Inhoud
Lezingen
- Vespers: Psalm 66:1 & Mattheüs 14:15-21
- Metten: Psalm 62:1, 2 & Mattheüs 28:1-20
Liturgie
- Paulinische brieven: 2 Korinthe 2:12 – 3:6
- Katholieke brieven: 1 Petrus 1:22 – 2:5
- Praxis: Handelingen 13: 36 – 43
- Psalm & Evangelie: Psalms 33:1 – 2 & Markus 2:1 – 12
Introductie
“Hij zond Zijn woord uit, genas hen en bevrijdde hen uit hun grafkuilen.” (Ps.107:20).
“Opdat uw kinderen, welke gij lief hebt, Here, leren zouden, dat niet het gewas der vruchten de mens voedt, maar dat uw woord onderhoudt degenen die u geloven.” (Wijsheid 16:26).
U bent de Koning der tijden, de Onsterfelijke, de Eeuwige, de Logos van God die iedereen en alles te boven gaat, de Herder van de verstandelijk schapen (Breking voor de Zoon, Zaterdag van het Licht)
De mens arbeidt, niet door middel van woorden, maar met zijn handen. Want hij is geschapen en zijn woord heeft geen wezen. Maar het woord van God is, zoals de apostel zegt “levend en krachtig” (Heb. 4:12). Nu, aangezien Hij de schepper is van het Al en zonder hem is geen ding gemaakt dat gemaakt is (Joh. 1:3), is het niet achtenswaardig dat wij ons afvragen waarom het woord van God niet is zoals die van ons, wanneer wij begrijpen dat God niet zoals ons is.
[St. Athanasius de Apostolische, Commentaar over Hebreeën 4 – Vader Tadros Yakoub Malati]
“En toen Jezus hun geloof zag” (Markus 2:5). Groot is de Heer dat Hij de zonden van sommige mensen kan vergeven vanwege het geloof van anderen, en de smeekbeden aanvaardt voor de vergiffenis van anderen! De dienaar van God heeft het recht om voor jou te bidden, en God heeft het gebed gunstig om die te beantwoorden.
[St. Ambrosius, Commentaar over Lukas 5 – Vader Tadros Yakoub Malati]
Jij die ziek bent, leer om te smeken. En als je geen hoop hebt dat jouw zonden je zullen worden vergeven, neem je toevlucht tot haar die voor jou een voorspraak wil zijn, de kerk die om uwentwil bidt. Die, omwille van haar, jou vergiffenis van de zonden geschonken zult worden van de Heer.
[St. Ambrosius, Commentaar over Lukas 5 – Vader Tadros Yakoub Malati]
Hoe kan ik gedragen worden naar Christus, zolang het dak nog niet blootgelegd is. Want het dak betekent begrip, het meest waardevol van onze eigenschappen! Hier zien wij een hoop stof dat van de mortel (mortel is een mengsel van kalk of cement of zand en water dat wordt gebruikt als hechtmiddel voor stenen) van het dak komt. Met mortel, bedoel ik de tijdelijke dingen die, wanneer ze weggenomen worden, de deugd van begrip vrijmaakt van zwaarmoedigheid. Het is op dat moment dat wij naar beneden kunnen komen, d.w.z. nederig kunnen zijn. Namelijk, als wij zwaarmoedigheid afzonderen van begrip, leren wij om in nederigheid te wandelen i.p.v. hoogmoedig te zijn.
[Bisschop Theophylact van Ohrid – Commentaar over Markus 2 – Vader Tadros Yakoub Malati].
Opmerkingen over de lezingen van de dag
De vesper psalm van deze dag (Ps. 66:1) en de psalm van metten van de tweede zondag van Paope (Ps. 66:2) vormen samen de psalm van metten van de eerste zondag van de maand Paone (Ps.66: 1, 2). De psalm gaat over de openbaring van God (aan de mensheid) en zijn verlossing voor de mens, wat de Heer Jezus ook heeft verkondigd aan de verlamde man, “uw zonden zijn u vergeven”, en op de eerste zondag van Paope en tweede zondag van Paone wordt gelezen.
De katholieke brief van deze dag (1 Petrus 1:22 – 2:5) is bijna hetzelfde als de katholieke brief van de vierde zondag van Epep (1 Petrus 1:22 – 2:10). De voorgaande lezing (eerste zondag van Paope) begint vanaf vers 22 en verwijst naar de rol van het woord van God dat een nieuw geboorte geeft. Dit is ook te zien in het evangelie van de liturgie: “en Hij sprak het Woord tot hen” (Markus 2:2). Vervolgens lezen wij over de spirituele geboorte van de verlamde: “uw zonden zijn u vergeven” (Markus 2:5), en zijn lichamelijke genezing: “Sta op, neem uw ligmat op” (Markus 2:11).
Echter, bij de katholieke lezing op de vierde zondag van Epep worden er 5 verzen toegevoegd, verzen 6 t/m 10, die het belang van het geloof in de hoeksteen aantoont, die onze Heer Jezus Christus is, net zoals de Heer tegen Martha heeft gezegd dat als u gelooft, u de heerlijkheid van God zult zien (Joh. 11:40). Op dezelfde manier, verwijst de lezing naar de roeping van de Heer aan de zielen om uit de duisternis te komen tot zijn wonderbaarlijke licht, net zoals Hij Lazarus uit de duisternis van de dood en uit het graf heeft geroepen tot zijn goddelijke licht (wat ook de thema is van de evangelie van de liturgie van die zondag).
De lezing van de Handelingen (Praxis) op deze dag (Hand. 13: 36 – 43) is dezelfde als die van 30 Koiahk. De lezing van deze dag (eerste zondag van Paope) gaat over vergiffenis van de zonden wat ook een gave is die geschonken werd aan de verlamde man die door de vier mannen werd gedragen (evangelie van deze dag). Wat betreft de lezing op 30 Koiahk, gaat deze lezing eerder over de verlossing en gerechtigheid die door de vleeswording van het Woord kwam.
De psalm van de liturgie van deze dag (Ps. 33: 1 – 2) is dezelfde psalm als die van metten van de tweede zondag van Paone en het zijn deze twee zondagen waar de evangelie van de liturgie over de genezing van de van verlamde man gaat, die door de vier mannen werd gedragen.
Uitleg van de lezingen
De lezingen van deze zondag vertelt ons over de Logos, het levengevende Woord (het Woord van het Leven), onze Here Jezus Christus, aan wie alle glorie is.
De psalmen laten zien dat het initiatief om ons te naderen van God komt. Wij (als mensen) kunnen Hem niet begrijpen, maar het is Hij die Zichzelf aan ons openbaart (Psalm Vespers). Echter, Hij beproeft zijn openbaring aan diegenen die naar Hem dorsten (Psalm Metten) en dus zal onze leven overvloeien met vreugde en lofprijzingen (Psalm Liturgie).
Door de psalm van Vespers zien wij dat de kennis van de schepping over de Zoon van het Woord, begint bij Zijn openbaring aan ons en wanneer Hij Zijn aangezicht over ons doet lichten. Want de mensheid zal nooit zijn weg van verlossing kennen tenzij zijn barmhartigheid en genade aan de mens worden getoond.
“God zij ons genadig en zegene ons; Hij doe Zijn aangezicht over ons lichten. Dan zal men op de aarde Uw weg kennen, onder alle heidenvolken Uw heil.” (Psalm 66: 1, 2)
Echter, dit zal nooit bereikt worden zonder de wil van de mens en zijn inspanning, zoals er staat in de psalm van metten: “O God, U bent mijn God! U zoek ik vroeg in de morgen; mijn ziel dorst naar U, Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd, Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.” (Psalm 62: 1, 2)
Door het kennen van Jezus komen vruchten voort: zegening, lofprijzing, roemen in Hem, anderen dichter bij Hem laten brengen, zoals er aangegeven wordt in de psalm van de liturgie: “Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. Mijn ziel zal zich beroemen in de HEERE; de zachtmoedigen zullen het horen en verblijd zijn.” (Psalm 33: 1 – 2)
De lezingen gaan verder over de getrouwheid van de dienaars van het woord (Paulinische brieven), het werk van het word in onze levens (Katholieke brieven) en de gerechtigheid van het woord voor de mens (Praxis).
De Paulinische brief maakt een aantal dingen duidelijk. Ten eerste, het belang van getrouwheid in het woord wanneer wij prediken. Ten tweede, de reinheid van onze dienst van het woord en ten derde, het belang van het dienen in de geest van het woord en niet d.m.v. de letter.
“Toen ik nu in Troas kwam om het Evangelie van Christus te prediken” (2 Kor. 2:12) …
“Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan” (2 Kor. 2:15) …
“Want wij zijn niet als zovelen, die handeldrijven met het Woord van God” (2 Kor. 2:17) …
“U bent onze brief” (2 Kor. 3:2) …
“geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God” (2 Kor. 3:3) …
“Niet omdat wij van onszelf bekwaam zijn iets te denken, als was het uit onszelf, maar onze bekwaamheid is uit God. Hij heeft ons namelijk bekwaam gemaakt om dienaars van het nieuwe verbond te zijn, niet van de letter, maar van de Geest; want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.” (2 Kor. 3:5, 6) …
Door de Katholieke brief, laat Sint Petrus de essentie van het levende woord van God zien die ons een nieuw geboorte geeft en hoe de standvastigheid van het werk (van het woord) zoals ‘de zuiver melk van het Woord’ is. De glorie van het woord is anders dan de glorie van de wereld die voorbij gaat en heeft kracht om zielen op te bouwen tot ‘levende stenen’.
“u, die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God. Want alle vlees is als gras en al de heerlijkheid van de mens is als een bloem in het gras. Het gras is verdord en zijn bloem is afgevallen. Maar het Woord van de Heere blijft tot in eeuwigheid.” ( 1 Pet. 1: 23-25) …
“En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord, opdat u daardoor mag opgroeien, indien u tenminste geproefd hebt dat de Heere goedertieren is, en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap.” (1 Pet. 2: 2-5) …
Daarom bevestigt de Praxis de gerechtigheid van het woord van het leven voor de mens van het Nieuwe Testament, de verkondiging van vreugde (d.w.z., het goede boodschap) welke de vergiffenis van de zonden is, die de Wet niet kon verstrekken. Dit is de essentie van de verkondiging van het woord:
“dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden” (Hand. 13: 38 – 39) …
“En toen de Joden weggegaan waren uit de synagoge, drongen de heidenen erop aan dat op de volgende sabbat dezelfde woorden tot hen gesproken zouden worden. En toen de synagoge uitgegaan was, volgden velen van de Joden en van de godvrezende proselieten Paulus en Barnabas. Die spraken tot hen en spoorden hen aan om bij de genade van God te blijven.” (Hand. 13: 42, 43) …
Het evangelie van Vespers laat de rijkdom zien van het volk en de kerk die zijn Woord volgt. Nadat de menigte drie dagen waren gebleven met de Zoon van God om het woord van het leven te horen, kwam de zegening, het voorspoed en de verzadiging met de meest simpele zaken (vijf broden en twee vissen) en op de meest simpele manier. Door het woord van de zegen die Jezus tot God de Vader bad, stortte Hij zijn goddelijke rijkdom met overvloed uit op de menigte totdat zij allen verzadigd waren. Op deze manier, zien wij dat dit de verantwoordelijkheid is van de kerk door de generaties heen: “geeft u hun te eten” (Matt. 14:16). Dit is waarom de kerk naar het woord van het leven zoekt en zijn goddelijke aanwezigheid, zodat Hij voortdurend de mysterie van de rijkdom van haar kinderen kan zijn: “Wij hebben hier niets dan vijf broden en twee vissen … en terwijl Hij opkeek naar de hemel, zegende Hij ze. En toen Hij ze gebroken had, gaf Hij de broden aan de discipelen, en de discipelen gaven ze aan de menigte. En zij aten allen en werden verzadigd.” (Matt. 14:17-20)
Ten aanzien van het evangelie van de liturgie, zien wij dat het woord van het leven het onderwerp is van onze prediking en de bron is van onze geestelijke genezing (oftewel, vergiffenis van zonden) en lichamelijke genezing (genezing van ziektes), waarbij de spirituele genezing en vergiffenis van zonden verbonden is met het gezondheid van het lichaam.
“En meteen verzamelden zich daar velen, … en Hij sprak het Woord tot hen.” (Markus 2: 2) …
“Zoon, uw zonden zijn u vergeven.” (Markus 2: 5) …
“Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde): Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.” (Markus 2: 10, 11) …
“… ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren” (Markus 2: 12)
Wat bijzonder is, is dat de Heer de zonden van de verlamde man vergaf door het geloof van de vier mannen, ondanks dat zij niet hierom vroegen noch de verlamde man zelf. Dit geeft hoop aan degenen die bezorgd is over de verlossing van anderen en de vergeving van hun zonden. Als wij namens anderen roepen voor de vergiffenis van hun zonden, zal de Heer zeker antwoorden maar we moeten niet vergeten dat dit gebeurde “toen Jezus hun geloof zag” (Markus 2: 5).
De vers “Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven” kan ook als volgt worden geïnterpreteerd. De rabbijnen wisten dat een mens niet genezen kon worden van zijn ziektes tenzij al zijn zonden volledig vergeven waren. Dat betekent dat de Here Jezus Christus, toen hij de verlamde genas, had bewezen dat hij de zonden van de verlamde genas, net zoals jij zei (Vader Antonius Fekri – Commentaar over Mattheüs, hoofdstuk 9).
Samenvatting van de lezingen
Wanneer de Logos van God zichzelf openbaart aan ons die naar Hem dorsten, zullen onze leven overstromen worden met vreugde en lof (Psalmen van Vespers, Metten en de Liturgie). De getrouwheid van zijn Woord zal in ons blijken door de verandering in onze levens en door de gerechtigheid van het Nieuwe Testament (Paulinisch brieven, Katholieke brieven, Praxis). Het zal ook te zien zijn in de menigte die Hem volgen omwille van het woord van het leven waardoor hun vleselijke behoeftes zullen worden vervuld en hun zielen en lichamen genezen worden (Evangelies Vespers en Liturgie).
Meningen van de kerkvaders (kort) over het Evangelie van de Liturgie
Jezus droeg de verlamde op een handeling te verrichten waarvan gezondheid de noodzakelijke voorwaarde was – St. Ambrosius.
Je hoeft echter niet lichamelijk verlamd te zijn om innerlijk verlamd te zijn – St. Augustinus
De genezing van lichaam en de genezing van ziel vind plaats terwijl het aan elkaar verbonden is – St. Clemens van Alexandrië.
De bediening van vergeving is niet de uitoefening van een onafhankelijke macht of recht, maar verwijst naar Gods eigen verlossingswerk – St. Ambrosius.
De bediening van vergeving, die volgens de schriftgeleerden alleen tot het ambt van God behoorde, deed op scherpe wijze de vraag rijzen naar de identiteit van Jezus. Omdat hij de vleesgeworden God was, en van dezelfde natuur was van God, had hij de autoriteit om als God op te treden op aarde – St. Johannes Chrysostomus.
Als Christus de zonden vergeeft, moet hij waarlijk God zijn, want niemand kan de zonden vergeven behalve God – St. Ireneüs van Lyon.
Bron: Oden, T.C. & Hall, C.A. (1998). Mark (The Ancient Christian Commentary on Scripture, New testament part II). Illinois ( USA ): InterVarsity press. Page 26.