Toelichting op de lezingen van de dag.
De lezingen van deze dag verwijzen naar vier punten die in de evangeliën met elkaar verbonden worden, op het pad van het lijden van het kruis.
- 1) De samenzweringen van het volk en de heersers tegen Christus
- 2) Gods verkondiging van Zijn Goddelijke en eeuwige maatregelen waarmee middels het kruis Zijn glorie werd bevestigd.
- 3) Verraad van de mens
- 4) Verheerlijking van de liefde van de mensheid voor Christus
In de lezingen zien we een gedetailleerde beschrijving van deze vier aspecten in de vijf uren.
- We zien de samenzweringen van het volk en de heersers in de volgende punten:
- Hypocrisie zoals blijkt uit Spreuken (3e uur) ‘Want zij eten brood der goddeloosheid’.
- Boze lippen zoals beschreven in Spreuken in het derde uur: ‘Doe weg van u de valsheid van mond’.
- De verharding van het hart wat God toelaat door hun koppigheid zoals in Exodus (6e uur) wordt beschreven: ‘Ik zal het hart der Egyptenaren verharden’.
- De slavernij aan uiterlijkheden in plaats van aan inhoud zoals beschreven in Jesaja (6e uur): ‘die zweert bij de naam des Heren en die de God van Israël belijdt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid’.
- Het gebrek aan vrees voor God bij hen, zoals uitgelegd in Spreuken (9e uur) waar beschreven staat dat zij deelnamen aan moorden… ‘omdat zij de kennis hebben gehaat en de vreze desHeren niet hebben verkozen’.
- De afwezigheid van waarheid en gerechtigheid en de overvloed aan onrecht zoals geïllustreerd in Jesaja (9e uur): ‘niemand die een gegronde aanklacht indient, en niemand die naar waarheid richt’.
- Niet wakker en waakzaam blijven zoals in Jesaja beschreven (11e uur): ‘de hagel zal de leugenschuilplaats wegvagen en het water al de toevlucht wegspoelen’.
- We zien in Gods plan dat:
- Hij ons genas door Zijn dood en opstanding en ons de genade van genezing van elke pijn die we doormaken gaf, zoals getoond in het boek van Hosea (1e uur): ‘Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor Zijn aangezicht’. Dit staat ook beschreven in Jozua zoon van Sirach (1e uur): ‘Bereid u dan voor op beproevingen. Want goud wordt in het vuur beproefd’.
- Hij onthult de complotten van tegenstanders van Zijn heerlijkheid en maakt Zijn wil bekend aan de hand van ontrouwe leiders, zoals uitgelegd in Psalmen (1e uur): ‘De Heer verbreekt de raad der volken, Hij verijdelt de gedachten der natiën’.
- Hij laat Zich in met het pad van Zijn volk in de wereld om ze te beschermen, te sturen en dag en nacht te leiden zoals beschreven in Exodus (3e uur): ‘God leidde hen niet op de weg naar het land der Filistijnen, hoewel deze de naaste was; want God zeide: Het volk mocht eens berouw krijgen, wanneer zij in strijd gewikkeld werden, en naar Egypte terugkeren’… ‘De Heer ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten’.
- Zijn glorie en heerschappij worden geopenbaard aan degenen die zich verzetten, zoals beschreven in Exodus (6e uur):‘doordat Ik Mij verheerlijken zal aan Farao, aan zijn wagens en aan zijn ruiters’.
- Zoals Hij verkondigt aan Zijn uitverkorenen in Jesaja (6e uur): ‘voordat het kwam, deed Ik het u horen’.
- Hij laat Zijn volk niet omkomen, maar redt hen met Zijn gerechtigheid zoals beschreven in Jesaja (9e uur): ‘Hij bekleedde Zich met gerechtigheid als met een pantser en de hel des heils was op zijn hoofd’.
- Hij aanvaardt de offers van pure liefde van zijn kinderen, zoals blijkt uit het Evangelie van het negende uur: ‘Waarom valt gij deze vrouw lastig? Want zij heeft een goede daad aan Mij verricht’ … ‘Want toen zij deze mirre over mijn lichaam uitgoot, heeft zij dat gedaan om mijn begrafenis voor te bereiden’.
- Hij legt de hoeksteen van Zijn redding in Zijn heilige kerk, zoals geschreven in Jesaja (11e uur): ‘Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die gelooft, haast niet’.
- We zien het verraad van de mens in de volgende punten:
- Klagen zoals beschreven in Exodus (1e uur) en in Numeri (9e uur): ‘Waarom hebt gij de gemeente des Heren in deze woestijn gebracht, zodat wij en ons vee daar moeten sterven’.
- Hypocrisie, afwezigheid van de vrees voor God en oneerlijkheid van het hart zoals getoond in Jozua zoon van Sirach (1e uur): ‘Verzet u niet tegen de vrees voor de Heer en nader haar niet in dubbelhartigheid’ … ‘en let goed op uw woorden’.
- Het hemelse licht weigeren zoals beschreven in Jozua zoon van Sirach (3e uur): ‘Schrei om een dode, want hij is verstoken van licht’.
- Vasthouden aan het aardse, zoals geopenbaard in Job (3e uur): ‘Al hoopt hij geld op als stof en verschaft zich kleding als leem’.
- Niet behoudend van hart zijn, zoals beschreven in Spreuken (3e uur): ‘Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. Doe weg van u de valsheid van mond’.
- Hypocrisie en kwaadaardigheid zoals beschreven in Psalmen (3e uur): ‘hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid’.
- Satan treedt binnen, zoals getoond in het Evangelie van het derde uur: ‘En de satan voer in Judas’.
- Satan maakt de mens wreed en onbarmhartig, zoals wordt getoond in Jesaja (6e uur): ‘Omdat Ik wist, dat gij hard zijt en uw nek een ijzeren stang is en uw voorhoofd van koper’.
- Om deze reden verdubbelde de zonde van de mens zoals beschreven in Jozua zoon van Sirach (6e uur): ‘Als hij zijn eed niet houdt, drukt zijn zonde op hem; als hij hem geringschat, zondigt hij dubbel’.
- De verwaarlozing van de mens komt tot uiting in zijn onderschatting van de zonde zoals te zien is in het Evangelie van het zesde uur: ‘maar omdat hij een dief was en als beheerder der kas de inkomsten wegnam’.
- De liefde voor zilver zoals staat geschreven in Spreuken (9e uur): ‘Wij zullen allerlei kostbare dingen vinden, wij zullen onze huizen vullen met buit; gij zult met ons uw aandeel krijgen, een buidel zal er zijn voor ons allen’.
- Zelfs in zoverre dat het leidt tot het vergieten van bloed zoals in Jesaja staat (9e uur): ‘Hun voeten snellen naar het kwade en haasten zich om onschuldig bloed te vergieten’.
- Dit, tegen de laagste prijzen zoals te lezen is in Zacharias (9e uur): ‘Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken’.
- Met de hypocrisie in spraak zoals te zien in Psalmen (9e uur): ‘Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid’.
- De mens stemde ook in met het kwaad, zoals beschreven wordt in het Evangelie van het negende uur waar Judas instemde met het kwaad toen hij aan de overpriesters vroeg: Wat wilt gij mij geven? Dan zal ik Hem u overleveren.’.
- We worden verheerlijkt voor onze liefde:
- In het vertrouwen op God met heel ons hart, een leven van vroomheid en geven en het verlangen naar Goddelijke wijsheid is beter dan alles wat aanwezig is, zoals beschreven in Spreuken (1e uur): ‘Vertrouw op de Heer met uw ganse hart’ … ‘wijk van het kwaad’ … ‘Vereer de Heer met uw rijkdom’ … ‘Welzalig de mens die wijsheid vindt’.
- In de vrees voor God die overvloeit met de glorie van Zijn kennis zoals uitgelegd in Jozua zoon van Sirach (1e uur): ‘De Heer vrezen is de voltooiing van de wijsheid’ … ‘Weten en inzicht heeft Hij neer doen regenen en Hij heeft de roem verhoogd van hem die haar verkregen hebben’.
- God plaatst op deze persoon een kroon van genade en een kroon van vreugde zoals beschreven staat in Spreuken (3e uur): ‘zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar zult omhelzen. Zij zal een liefelijke krans om uw hoofd leggen, een sierlijke kroon zal zij u schenken’.
- Als ons hart niet stopt met het verheerlijken van de Heer en het prijzen van Hem in een glorievolle lofzang, zoals geschreven staat in Exodus (6e uur): ‘Ik wil de Heer zingen, want Hij is hoog verheven.’.
- Als het geven van liefde niet stopt bij het geven van het meest kostbare, zoals geïllustreerd in het Evangelie van het zesde uur: ‘Maria dan nam een pond echte, kostbare nardusmirre, en zij zalfde de voeten van Jezus’.
- Als er geen grenzen zijn aan onze trouw zoals te lezen is in Genesis (9e uur): ‘En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde’.
- Als we de Heer gedenken op elke tijd en plaats zoals beschreven in het Evangelie van het 9e uur: ‘Voorwaar, Ik zeg u, overal waar dit evangelie verkondigd zal worden in de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft’.
- Tot de verheerlijking van ons geloof, zoals Jesaja schrijft: Wees niet bevreesd, want u zult niet beschaamd worden.
- Als wij ons hulpgeroep of behoeften benoemen zoals geopenbaard in Psalmen (11e uur): ‘Verberg uw aangezicht niet voor uw knecht, want het is mij bang te moede; antwoord mij haastelijk’.
Uitleg van de lezingen
Het eerste uur van woensdag.
We zien in de lezingen van het eerste uur:
De gevaren van God beproeven en onze twijfels over Zijn aanwezigheid (boek van Exodus)
Het grote voordeel en de zegen van Zijn beproeving van ons geloof (Spreuken, Hosea, Jozua zoon van Sirach).
Gods beweegredenen zijn verheven boven de gedachten van de mens (Psalmen en Evangelie).
Profetieën
Het boek van Exodus (Exodus17: 1-7)
Het boek van Exodus begint met de zonde van het beklag doen (net als Judas) en het verzet van het volk tegen Mozes, als ook hun twijfel over Zijn goddelijke aanwezigheid in hun midden:
“en legerden zicht te Refidim, maar daar was geen water voor het volk om te drinken. Het volk begon met Mozes te twisten (…) En het volk dorstte daar naar water, het morde tegen Mozes en zeide: Waarom toch hebt gij ons uit Egypte gevoerd, om mij, mijn kinderen en mijn kudde van dorst te doen omkomen? (…) Hij noemde die plaats Massa en Meriba, wegens de twist der Israëlieten en omdat zij de Heer op de proef gesteld hadden door te zeggen: Is de Heer in ons midden of niet?”.
Vader Caesarius (ARL) zegt hierover dat het volk hier dorstte naar water en niet naar de gerechtigheid (van God). Hij maakt een vergelijking tussen de dorst naar de gerechtigheid van God en de dorst van zondaars naar de wereld. Zoals in de bijbel staat: “Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God.”
Hij zegt dus, als de mens geen dorst heeft naar God, zal hun dorst niet gelest worden door water (het wereldse).
Hij voegt er ook an toe dat e rots in dit verhaal waar water in zat symbool staat voor Christus. Net als dat de rots met de staf van Mozes geslagen diende te worden om een bron van water tevoorschijn te laten komen, zo ook moest Christus lijden en op het kruis genageld worden, waar er bloed en water uit Hem kwam. Hij citeert hierbij de vers waarin staat:
“Wie in Mij gelooft, zoals. de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.”
St. Ambrosius zegt dat het dan ook niet vreemd of onmogelijk is dat een rots water voortbrengt, een maagd zwanger raakt of een doorgang ontstaat in diep water (waar mensen doorheen kunnen).
Spreuken van Salomo
In de spreuken van Salomo zien we de zegen van het geven en dat de liefde voor God groter is dan alle materiele schatten (net als de vrouw die geurende olie uitgoot).
“Vereer de Heer met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten, dan zullen uw schuren met overvloed gevuld worden en uw perskuipen van most overstromen. (…)
Welzalig de mens die wijsheid vindt, de mens die verstandigheid verkrijgt; want wat zij opbrengt is beter dan de opbrengst van zilver, wat zij doet gewinnen, is beter dan goud.”
Het verkondigt ook het doel van Gods beproeving en het liefdevol terecht wijzen:
“Veracht, mijn zoon, de tuchtiging des Heren niet en keer u niet met weerzin af van zijn bestraffing. Want de Heer bestraft wie Hij liefheeft, ja, gelijk een vader een zoon, aan wie hij welgevallen heeft.”
Hosea
We zien ook in de profetie van Hosea:
“Komt, laat ons wederkeren tot de Heer! Want Hij heeft ons verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden.”
Deze profetie verkondigt ook de glorie van Zijn kennis over Zijn doo den opstanding:
“Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht. Ja, wij willen de Heer kennen, ernaar jagen Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad is zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als de late regen, die het land besproeit.”
Jozua zoon van Sirach
We zien ook de glorie van Zijn kennis in de profetie van Jozua zoon van Sirach, “De Heer vrezen is de voltooiing van de wijsheid en zij verzadigt de mensen met haar vruchten. Weten en inzicht heeft Hij neer doen regenene en Hij heeft de roem verhoogd van hem die haar verkregen hebben”.
Het toont ook het doel van Gods liefdevolle terechtwijzing jegens ons: “Mijn zoon, wanneer gij de Heer gaat dienen, bereid u dan voor op beproevingen. Want goud wordt in het vuur beproefd en de aan God welgevallige mens in de oven van de vernedering. Gij die de Heer vreest, verwacht zijn erbarming”.
Het waarschuwt ook voor onderschatting en verraad, zoals Judas: “Huichel niet tegenover de mensen en let goed op uw woorden. Verhef u niet: anders valt gij en brengt gij schande over uzelf. Dan zal de Heer uw verborgen daden onthullen.”.
Psalmen
De psalm spreekt over hoe God de gedachten van heersers verandert ter dienste van Zijn wil:
“Opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak, zuiver in uw gericht.”
De samenhang tussen de Psalm en het Evangelie (Vader Lucas Cedarus):
Opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak
Jezus’ lijden was niet toevallig, maar Hij had het vanaf het allereerste begin al uitgestippeld om te lijden in plaats van de zondaars. Hij legde zich niet neer bij een doodsvonnis, uitgesproken door een wereldse autoriteit, maar daalde af van de boezem van de Vader, onderdanig en gehoorzaam aan Zijn wil. Dit is het oordeel dat de Hogepriester Kajafas benoemt, niet wetende dat Christus dient te sterven als vertegenwoordiger van de gehele wereld.
Dit oordeel is de stem van de rechtvaardige Vader, die zijn Eniggeboren Zoon heeft gegeven voro de wereld en daarmee de hele wereld overspoelde met Zijn liefde. En doordat Jezus dit oordeel accepteerde, accepteerde Hij de Vader die zei:
“Opdat Gij rechtvaardig blijkt in uw uitspraak.“
Betekenende dat de verklaring van het Goddelijke oordeel rechtvaaridg en goed is.
“Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.” (Romeinen 7:12).
En zuiver in uw gericht
Dit is een profetie over Jezus toen hij werd geoordeeld, waarin Hij zegeviert, omdat er geen zonde in Hem is:
“Wie van u overtuigt Mij van zonde?” (Johannes 8:46).
Hij die zegeviert, werd overweldigt door compassie en plaatste Zichzelf in plaats van de zondaars om te lijden in plaats van hen.
De Heer veredelt de samenzweringen van naties. De ideeën van mensen worden verstrooid.
In het Evangelie van dit uur staat: “Sinds die dag dan beraadslaagden zij om Hem te doden, Jezus dan bewoog Zich niet meer vrij onder de Joden”. (Johannes 11:53– 54). Het was op deze dag toen zij zich beraadslaagden tegen Hem, dat Hij vertrok en in Bethanië verbleef die dag.
De Heer heeft bijzondere manieren om om te gaan met kwaad, verhevener dan menselijke gedachten. De Here adviseert zijn kinderen: “Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten” (Mattheus 5: 44). Dit is een manier voor de sterken om de samenzwering van de zwakken te verdrijven, om zwakte groter te maken dan kracht. De Heer lijkt misschien zwak als Hij uit het zicht verdwijnt van degenen die naar Hem op zoek zijn om Hem gevangen te nemen. Hij gaat naar Bethanië en verbergt zich daar, maar dit is het smalle pad dat de trots van de mens breekt waarmee het kwaad kan worden weerstaan.
Christelijke liefde is het meest krachtige wapen tegen Satan’s samenzweringen, die hij in het geheim teweeg brengt.
Het Evangelie
En dit zien we ook in het Evangelie, dat God Zijn giften toestaat voor de kwade leiders, ten behoeve van Zijn wil en dat Hij het niet van hun afneemt, ondanks hun oneerlijkheid. Als de hogepriester kan profeteren, staat God hem dat toe, ondanks zijn oneerlijkheid: “Maar een van hen, Kajafas, de hogepriester van dat jaar, zeide tot hen: Gij weet niets, en gij beseft niet, dat het in uw belang is, dat een mens sterft voor het volk en niet het gehele volk verloren gaat. Docht dit zeide hij niet uit zichzelf, maar als hogepreister van dat jaar profeteerde hij, dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen voor het volk, maar om ook de verstrooide kinderen Gods bijeen te vergaderen”.
Vreemd genoeg zegt de psalm: ” De Heer verbreekt de raad der volken” terwijl het evangelie zegt: “dat Jezus zou sterven voor het volk, en niet alleen het volk, maar om ook de verstrooide kinderen Gods bijeen te vergaderen””.
De Heer verzamelt Zijn verstrooide kinderen en scheidt de bijeenkomsten van de kwaden.
Aartsdiaken Abanob Abdo:
“De overpriesters en de Farizeeen dan riepen de Raad samen”.
De historicus Josephus zegt dat sinds de dagen van Herodes de Grote, de leiding van het priesterschap volgens de wet niet in het Huis van Aäron is gebleven (Ex 28), maar daar is weggenomen vanwege de wanorde van de omstandigheden van de Joden. De leider bleef niet meer totdat hij stierf, maar bleef enige tijd en werd daarna afgezet.
De Romeinen ondersteunden deze chaos, waardoor vanaf Herodes de Grote tot de ondergang van Jeruzalem in ongeveer 107 jaar, 28 mensen de leiding op zich namen, waarvan het leiderschap van Kajafas elf jaar duurde. Elke hogepriester zat zijn gehele leven in de Grote Raad, zelfs als hij werd afgezet. Er wordt gezegd dat de uitdrukking “hogepriesters” hier verwijst naar de hoofden van de vierentwintig divisies waarin de priesters waren onderverdeed. (Aartsdiaken Abanob Abdo).
Het derde uur van woensdag
We zien in de lezingen van dit uur:
We zien in de lezingen van dit uur:
Gods aanwezigheid en Zijn bezoek in de voleinding der tijden (het boek van Exodus).
Het gevaar van verraad en vernedering (Jozua, zoon van Sirach, de Spreuken van Salomo, de psalm en het Evangelie).
En de liefde voor zilver (Job).
Profetieën
Het boek van Exodus (Ex 13:17-22)
We zien in deze profetie hoe God Zijn volk in de oudheid bezocht en hen uit het land Egypte bracht en hen redde van de slavernij van Farao. Dit staat symbool voor het kruis en de redding van de mensheid uit de macht van de duivel in het Nieuwe Testament, Ook zien we Zijn voortdurende Goddelijke aanwezigheid bij hen in de vorm van een wolkkolom overdag en een vuurkolom ‘s-nachts.
We zien hoe eerlijk en Heilig de mensen behorend bij God zijn, die niet eens willen dat hun beenderen begraven worden in een vreemd land: “En Mozes nam het gebeente van Jozef mee, omdat deze de zonen van Israël plechtig had doen zweren: God zal zeker naar u omzien, dan zult gij mijn gebeente vanhier met u meevoeren..”
“De Heer ging voor hen uit, des daags in een wolkkolom om hen te leiden op de weg, en des nachts in een vuurkolom om hun voor te lichten, zodat zij dag en nacht konden voortgaan. Zonder ophouden bleef de wolkkolom des daags en de vuurkolom des nachts aan de spits van het volk.”
Jozua, zoon van Sirach
Deze profetie spreekt over Judas en noemt hem een dwaas (dit word werd 8 keer herhaald), op andere momenten wordt hij onverstandig of een dode genoemd:
Wie een dwaas onderwijst is als iemand die scherven aaneenlijmt of die een slaper werkt uit een diepe slaap.
Redeneren tegen een dwaas is als redeneren tegen iemand die maar knikkebolt en dan tenslotte vraagt: “Wat is er?”
Schrei om een dwaas, want hij is verstoken van verstand.
Het leven van de dwaas is erger dan de dood.
De rouw over een dode duurt zeven dagen, maar die om een dwaas en een goddeloze duurt al de dagen van zijn leven.
Spreek niet te veel met een dwaas.
Wat is zwaarder dan lood en hoe heet dat zwaardere anders dan „dwaze mens‟?
Zo zal een wankelmoedig hart dat op een dwaas besluit steunt tegen geen enkele vrees bestand zijn.
Job
Deze profetie waarschuwt tegen de liefde voor zilver of geld (als Judas) wat een mens tot zijn ondergang kan leiden:
” Al hoopt hij geld op als stof en verschaft zich kleding als leem (…)
Zijn huis bouwt hij als een mot, of een hut, zoals een wachter die maakt (…)
Verschrikkingen grijpen hem aan als waterstromen, bij nacht rukt de storm hem weg.”
De Spreuken van Salomo
Deze profetie verkondigt de glorie van degenen die God liefhebben (zoals de vrouw die de geurige olie uitgoot) en het einde van degenen die verraden en hypocriet waren (zoals Judas):
” Houd haar hoog, dan zal zij u verheffen, zij zal u tot eer brengen, wanneer gij haar zult omhelzen. Zij zal een liefelijke krans om uw hoofd leggen, een sierlijke kroon zal zij u schenken.”
Zoals de vrouw die de geurige olie op het hoofd van de Heer goot het verdiende om met genade en blijdschap gekroond te worden:
” wijk ervan af en ga voorbij. Want zij kunnen niet slapen, wanneer zij geen kwaad kunnen doen; hun slaap wordt hun ontnomen, wanneer zij niet iemand kunnen doen struikelen; want zij eten brood der goddeloosheid en drinken wijn van gewelddadigheid. Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag. De weg der goddelozen is als duisternis; zij weten niet, waarover zij kunnen struikelen.”.
Zoals we kunnen lezen:
In de tweede profetie (Jozua, zoon van Sirach) wordt er geweend om de doden en de onwetenden omdat ze het licht verlieten.
In de derde profetie (Job) neemt de duisternis hen ‘s-nachts over.
In de vierde profetie (de Spreuken van Salomo) wordt uitgelegd dat de wegen van d zondaars duister zijn, terwijl de wegen van de rechtvaardigen helder stralen.
Psalmen
” Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid. Welzalig hij die acht slaat op de geringe en de armzalige; ten dage des onheils zal de Heer hem uitkomst geven.”
De psalm legt het verraad van Judas uit door de opeenstapeling van zonden in zijn hart en de valsheid van zijn woorden. Zijn woorden over de armen en behoeftigen gingen niet over begrip en medeleven voor hen, maar over zijn belangstelling voor het stelen van de kas.
De samenhang tussen de psalm en het Evangelie (Vader Lucas Cedarus):
Komt iemand mij bezoeken
De zondige Judas werd met de twaalven gerekend, maar de psalm van dit uur onthulde zijn geheim en legde zijn zonde bloot. De Heer Zelf kwam bij hem binnen, opende Zijn hart voor hem en maakte hem tot een van alle discipelen.
Judas had de vrijheid en moest “in en uit gaan en de weiden zoeken”.
Maar de psalm zegt: hij ging naar binnen om alleen te kijken… hij was niet van plan om te leven en de Heer lief te hebben en zich met Hem te verenigen… hij was als een toeschouwer die naar de Heer keek, maar hij keek op een verkeerde manier. Hoewel de Heer zijn hart en zijn verraad kende, heeft Hij hem er niet van weerhouden om binnen te komen en te vertrekken.
Een overstijgende kennis van Christus is geen theoretische kennis… het zijn niet alleen woorden en informatie, maar een echte toegang tot diepte en eenwording met Christus.
hij spreekt valsheid
Judas Iskariot spreekt te midden van de discipelen de woorden van een discipel, maar daarbuiten spreekt hij slecht. Hij heeft het beeld van godzaligheid, maar hij spreekt de woorden van Satan zelf.
zijn hart verzamelt boosheid
Zelfs als hij overlegt, samenzweert en kwaad koestert, verzamelt hij het kwaad voor zichzelf… hij die zich aan Satan overgeeft, doet alleen zichzelf tekort. Judas dacht de Heer te beledigen, maar hij beledigde zichzelf en verzamelde zonde in zijn hart.
Welzalig hij die acht slaat op de geringe en de armzalige
Er is iets ernstigers dat dit deel van de psalm openbaart, namelijk dat Judas oppervlakkig was in het kennen van de Heer, en hij begreep Hem niet, maar streefde ook niet na de Heer te kennen, omdat Satan zijn hart had vervuld.
En de Heer Jezus is die geringe en armzalige, die de gedaante van een slaaf aannam en ter wille van ons arm werd.
Maar zalig is hij die Hem kent, die het geheim kent en besef heeft van Zijn armzalig worden, “want hij is rijk”. Zoals de Heer door de mond van de profeet Jesaja zei: “schouwt aan, gij blinden! om te zien.”.
” Wie is er zo blind als Mijn dienaar, doof zoals Mijn bode die Ik zend? Wie is blind zoals de volmaakte, blind zoals de knecht van de HEERE? U ziet wel veel dingen, maar u let er niet op. Hij doet zijn oren wel open, toch luistert hij niet. De HEERE was hem genegen omwille van Zijn gerechtigheid”.
(Jesaja 42:18-21).
De Heer kende de gedachten van Judas, maar Hij zweeg alsof Hij het niet wist… Hij kende zijn binnenkomst en buitengaan alsof Hij niet keek en Hij hoorde hun samenzweringen die verborgen waren alsof Hij niet hoorde, net als een doof persoon… gezegend is hij die Hem leert kennen, want hij ontvangt verlossing.
Het Evangelie (Lucas 22:1-14)
Het evangelie eindigt met het verraad van Judas, zijn minachting en de liefde voor zilver, wat hem ertoe zette zijn Meester tegen de goedkoopste prijs te verkopen:
” En de satan voer in Judas, genaamd Iskariot, die tot het getal der twaalven behoorde. En hij ging heen en besprak met de overpriesters en hoofdlieden, hoe hij Hem aan hen zou overleveren. En zij verblijdden zich en kwamen overeen hem geld te geven.”
Let op: de soldaten die hier genoemd worden, zijn de soldaten van de tempel, waarover God in het boek Numeri zegt: ” Gij zult hen tellen van dertig jaren oud en daarboven, tot vijftig jaren oud, al wie inkomt om den strijd te strijden, opdat hij den dienst bediene in de tent der samenkomst.” (Numeri 4:23) (Aartsdiaken Abanob Abdo).
Het zesde uur van Woensdag
De lezingen van dit uur spreken over:
De omgang van God met wat de kerk doormaakt is als het kruis (Het boek Exodus).
Waarschuw de goddelozen voordat ze vallen (Jesaja de Profeet).
Het gevaar van het onderschatten van de zonde, zoals dat bij Judas gebeurde (Jozua zoon van Sirach).
En hoe de vijanden samenzweren tegen de kerk, zoals ze deden met de Zoon van God (Psalmen).
De rijkdom van de glorie van Gods liefde voor de mens en Gods beloning (Het Evangelie).
Profetieën
Exodus (Ex 14:15-17, 31)
Deze profetie spreekt over de omgang van God met Zijn volk en Zijn kerk in tijden van verdrukkingen, net als Farao en zijn soldaten die samenzweerden tegen Mozes de profeet en het volk van God, zo samenzweerden de Joden en Romeinen tegen Jezus de Gekruisigde. Maar de profetie laat zien dat alles wat er gebeurde met Zijn medeweten was en hoe God alles in goede banen leidde tot de grote redding door het oversteken van de Rode Zee:
” Toen zeide de Heer tot Mozes: Wat roept gij zo luid tot Mij? Zeg tot de Israëlieten, dat zij opbreken. En gij, hef uw staf op en strek uw hand uit over de zee en splijt haar; dan zullen de Israëlieten midden door de zee kunnen gaan op het droge. Maar zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verharden, zodat zij hen achterna zullen trekken, en Ik zal Mij verheerlijken aan Farao en aan zijn gehele legermacht, aan zijn wagens en aan zijn ruiters. En de Egyptenaren zullen weten, dat Ik de Heer ben, doordat Ik Mij verheerlijken zal aan Farao, aan zijn wagens en aan zijn ruiters (…) en het volk vreesde de Heer en zij geloofden in de Heer en in Mozes, zijn knecht.”
Jesaja de profeet
Hier waarschuwt de Heer de goddelozen vóór hun val, zoals Hij deed met Judas, die een vorm van toewijding had maar zonder de essentie:
” die u noemt met de naam Israël en die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt; die zweert bij de naam des Heren en die de God van Israël belijdt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid; ja, zij noemen zich naar de heilige stad en steunen op de God van Israël; (…) Omdat Ik wist, dat gij hard zijt en uw nek een ijzeren stang is en uw voorhoofd van koper, daarom heb Ik het u vanouds verkondigd; voordat het kwam, deed Ik het u horen”
Jozua zoon van Sirach
Deze profetie spreekt over Judas, die zich niet bekeerde. En de essentie van zijn zonde bestond uit onwetendheid en onderschatting totdat hij het verdiende vervloekt te worden:
“De man die veel zweert belaadt zich met ongerechtigheid: de gesel zal niet wijken van zijn huis. Als hij zijn eed niet houdt, drukt zijn zonde op hem; als hij hem geringschat, zondigt hij dubbel, en als hij zonder reden zweert, wordt hij niet gerechtvaardigd: zijn huis zal met rampen overladen worden (…) zodat gij zoudt wensen niet verwekt te zijn en de dag van uw geboorte vervloekt.”.
Psalmen (Ps 83:2, 5)
” Want zie, uw vijanden tieren, uw haters steken het hoofd op. Want zij hebben eensgezind beraadslaagd, tegen U een verbond gesloten.”
De psalm onthult de samenspanningen in de hoofden van de Joden met de Romeinen tegen de Zoon van God.
De samenhang tussen de psalm en het Evangelie (Vader Lucas Cedarus):
Want zie, uw vijanden tieren
De samenzweringen werden snel uitgevoerd in de gangen van de tempel en werden midden op de dag gepland, maar in die uren hing duisternis boven de harten en geesten van de hogepriesters… degenen die zichzelf tot vijanden van de Heer maakten. Er zijn echter ook vijanden van de Heer in het midden van het feest, onder degenen die tegen Hem aanleunen en onder degenen die om Hem heen zitten.
De vijanden van de Heer kunnen het niet verdragen dat er een feestmaal wordt gehouden, of geurige olie over de voeten van de Heer wordt gegoten, of een hoofd dat voorovergebogen is om Zijn voeten met haar haar af te vegen… de vijanden kunnen deze gevoelens van liefde niet verdragen en ze huilen uit “waarom deze verspilling?”.
Want zij hebben eensgezind beraadslaagd, tegen U een verbond gesloten:
Terwijl de hoofden zich op hun plaats verzamelden en de dood van de Heer beloofden, zat Judas tussen degenen die op het feest om Jezus heen leunden, maar waar was zijn hart? Zijn hart was bij de samenzweerders!!
Velen zitten rond de Heer, maar waar is hun hart? Dit is wat de priester tijdens de liturgie in de oren zingt van degenen rondom de Heer, zodat iemands hart niet met de wereld bezig is.
Het Evangelie (Johannes 12:1-8)
Het evangelie vertelt over de zielen die Christus liefhebben, Zijn heerlijkheid en hoe de vrouw haar grootste bezit gaf. Als we de waarde van deze geurige olie (driehonderd dinar) vergelijken met de gelijkenis van de arbeiders (Mattheus 20).
We weten dat het loon van de arbeider per dag een dinar was. Als we zijn loon per jaar berekenen en rekening houden met de feestdagen, valt dit binnen driehonderd dinars. Dat wil zeggen dat de vrouw meer dan een volledig jaarloon offerde (omgerekend is dat tegenwoordig 10.000 tot 15.000 euro).
Daarom prees de Heer de vrouw, niet vanwege de hoge waarde van haar offer, maar vanwege de grootheid van de liefde in haar. Dat wil zeggen dat de Heer de liefde waardeert, zoals bij het berouw van de zondige vrouw (Lucas 7:36-50) en zoals Hij tegen Zijn discipelen zei, dat liefde de toegangspoort is tot de openbaring van de Drie-eenheid in ons.
“Als iemand Mij liefheeft, zal hij Mijn woord in acht nemen; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij zullen naar hem toe komen en bij hem intrek nemen.” (Johannes 14:23)
En de Heer beloonde haar door de geurige olie Hem te laten omwikkelen, dus hoe groot is de eer en beloning voor haar offer nu er melding van haar offer wordt gemaakt over de hele wereld door het Evangelie,.
” Maria dan nam een pond echte, kostbare nardusmirre, en zij zalfde de voeten van Jezus en droogde zijn voeten af met haar haren; en de geur der mirre verspreidde zich door het gehele huis. (…) Jezus dan zeide: Laat haar begaan en het bewaren voor de dag mijner begrafenis;”
Het Evangelie toont ook Judas’ hypocrisie en zijn argumenten over de armen, om de waarde van de geurige olie te stelen:
“Then one of His disciples, Judas Iscariot, Simon’s son, who would betray Him, said,
” Maar Judas Iskariot, een van zijn discipelen, die Hem verraden zou, zeide: Waarom is deze mirre niet voor driehonderd schellingen verkocht en aan de armen gegeven? Maar dit zeide hij niet, omdat hij zich om de armen bekommerde, maar omdat hij een dief was en als beheerder der kas de inkomsten wegnam.”
Let op: het woord “huis” wordt herhaald in de lezingen van dit uur:
Het Huis van Jacob, dat vasthoudt aan vorm zonder essentie (Jesaja de Profeet).
Het huis van een man die veel vloekt en de zweep niet achterlaat, zijn huis is gevuld met rampen (Jozua zoon van Sirach).
Bethanië, waar de Heer rustte (Het Evangelie).
Het huis was gevuld met een aangename geur en de Heer prees haar (Het Evangelie).
Het negende uur van Woensdag
De lezingen van dit uur hebben dezelfde focus als de overige lezingen van woensdag:
Het verraad van Judas. (Boek van Numeri, Spreuken van Salomo, Zacharias de profeet, Psalmen, Evangelie).
De liefde en trouw van de vrouw (Genesis, Spreuken van Salomo, Het Evangelie).
Het verzet van de hoofden (het boek Numeri, Jesaja de Profeet).
Gods plan voor verlossing (Jesaja, Zacharias, Het Evangelie).
Profetieën
Genesis (24:1-9)
Deze lezing spreekt over het gebod van onze vader Abraham aan zijn dienaar, het hoofd van zijn huis, waarover staat geschreven dat het ging over al zijn geld. Alsof de lezing een vergelijking maakt tussen hem en Judas, tussen een slaaf van een menselijke meester en een boodschapper en discipel van de Heer God. En hoe de slaaf het geld van zijn meester bewaarde voor zijn zoon en hoe de discipel zijn meester verkocht voor de waarde van een slaaf:
” Abraham nu was oud en hoogbejaard, en de Heer had Abraham in alles gezegend. En Abraham zeide tot zijn knecht, de oudste in zijn huis, die alles wat hij had bestuurde: Leg toch uw hand onder mijn heup, opdat ik u doe zweren bij de Heer, de God des hemels en der aarde (…) Toen legde de knecht zijn hand onder de heup van zijn heer Abraham, en zwoer hem, wat hij gevraagd had.”
Het boek Numeri (Numeri 20:1-13)
Deze lezing onthult het herhaalde klagen van Gods volk tijdens hun reis door de wildernis, zelfs nadat ze vele tekenen en hemelse zorg hebben ervaren, wat een verwijzing is naar de weerstand van de Joden en hun hoofden tegen de Heer, ondanks het zien van zijn Goddelijke werken:
” Mirjam stierf daar en werd daar begraven. Toen de vergadering geen water had, liep zij te hoop tegen Mozes en Aaron,
en het volk twistte met Mozes en zeide: Waren wij maar gestorven, toen onze broeders voor het aangezicht des Heren stierven! Waarom hebt gij de gemeente des Heren in deze woestijn gebracht, zodat wij en ons vee daar moeten sterven”
De Spreuken van Salomo
Deze lezing spreekt over het verraad van Judas door met de leiders van de Joden overeen te komen om de Rechtvaardige op onrechtvaardige wijze aan de dood over te dragen:
“Ga met ons, laat ons loeren op bloed, laat ons de onschuldige belagen, ook al geeft hij geen oorzaak; laat ons hen levend verslinden evenals het dodenrijk, met huid en haar, gelijk degenen die in de groeve nederdalen; wij zullen allerlei kostbare dingen vinden, wij zullen onze huizen vullen met buit; gij zult met ons uw aandeel krijgen, een buidel zal er zijn voor ons allen;”
De profetie spreekt ook over het prijzen van de vrouw in haar wijsheid en haar liefde voor de Heer voor het kruis, om Hem te omhullen met de geurige olie, die door de Heer werd geprezen en door Hem nu overal geprezen wordt:
” De Wijsheid roept luide op de straat, op de pleinen verheft zij haar stem, op de hoek der rumoerige straten roept zij, bij de ingangen der poorten, in de stad, spreekt zij haar redenen. Hoelang zult gij, onverstandigen, het onverstand liefhebben, zullen spotters aan spotternij een welgevallen hebben, en dwazen de kennis haten?”
Jesaja de profeet
Deze profetie beschrijft de toestand van de mensheid vóór de verlossing en hoe iedereen onderdrukt was, verdorven en behoeftig voor de glorie van God:
” hun maaksels zijn maaksels van boosheid, en gewelddaden zijn in hun handen. Hun voeten snellen naar het kwade en haasten zich om onschuldig bloed te vergieten (…) wij wachten op recht, maar het is er niet; op verlossing, maar zij blijft verre van ons. Want onze overtredingen zijn talrijk voor U en onze zonden getuigen tegen ons; van onze overtredingen zijn wij ons bewust en onze ongerechtigheden kennen wij: overtreden, verloochenen van de Heer, afvallen van onze God,”
Het beschrijft ook hoe alleen de Heer ons kan redden en ons heeft gered met Zijn Goddelijke gerechtigheid:
” Zie, de hand des Heren is niet te kort om te verlossen (…) Maar de Heer zag het en het was kwaad in zijn ogen, dat er geen recht was. Hij zag, dat er niemand was, en Hij ontzette Zich, omdat niemand tussenbeide trad. Toen bracht zijn arm Hem hulp en zijn gerechtigheid ondersteunde Hem; Hij bekleedde Zich met gerechtigheid als met een pantser en de helm des heils was op zijn hoofd;”
Zacharias de profeet
Deze profetie onthult de prijs die de verrader Judas ontving, hoe indrukwekkend en nauwkeurig de profetieën zijn die het lijden van de Heer beschrijven en wat er destijds in detail gebeurde, alsof de auteurs er ooggetuigen van waren:
” Indien het goed is in uw ogen, geeft mijn loon, maar indien niet, laat het. Toen wogen zij mijn loon af: dertig zilverstukken. Maar de Heer zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des Heren de pottenbakker toegeworpen.”.
Psalmen
Een deel van deze Psalm wordt in het derde uur herhaald, maar hier wordt vooral verwezen naar het bondgenootschap van Judas met de Joodse leiders. In de Psalm van het derde uur wordt meer verwezen naar de grootsheid van het geven, als verwijzing naar de vrouw die de geurige olie uitgoot.
” Mijn vijanden spreken boosaardig over mij, zij denken het ergste van mij. Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid.”
De samenhang tussen de Psalm en het Evangelie (Vader Lucas Cedarus):
“Mijn vijanden spreken kwaad over mij en zeggen: Wanneer zal hij sterven en zijn naam vergaan?”.
In dit uur werd de profetie van de Psalm letterlijk vervuld, toen de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten van het volk bijeenkwamen in het huis van de hogepriester genaamd Kajafas en overlegden om Jezus door middel van bedrog op te pakken en te doden. Ze zeiden: ” Niet op het feest, opdat er geen opschudding ontsta onder het volk.” (Matt 26:5).
hij spreekt valsheid
Toen de vrouw de geurige olie uitgoot sprak Judas alsof hij medelijden had met de armen en de werken van barmhartigheid liefhad. Hij was in waarheid echter een dief, een liefhebber van geld en onverschillig tegenover de armen. Onwaarheid neemt vaak de vorm aan van waarheid, maar zal op een dag onvermijdelijk aan het licht komen.
Contemplatie over de herhaling van het gieten van geurige olie op deze dag:
Ziet u het niet als uw plicht als liefhebber van Christus, op de dag van de beraadslaging over zijn moord, om de geurige olie van uw leven over de voeten van de Verlosser uit te gieten, om de zuiverheid van hart en oprechtheid aan de Verlosser te openbaren?
Vergelijk de valse woorden van Judas met het ware, werkende geloof in de liefde, geprezen door Jezus Christus: ” Mijn lieve kinderen, laten wij niet liefhebben met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.” (1 Joh 3:18).
Het Evangelie (Matt 26:3-16).
Het evangelie eindigt met de grote liefde van een vrouw, het grote verraad van de discipel en de grote samenzwering van de Joodse leiders:
” Toen kwamen de overpriesters en de oudsten des volks bijeen in het paleis van de hogepriester, genaamd Kajafas, en zij beraamden een plan om Jezus door list in handen te krijgen en te doden (…)
Ik zeg u, overal waar dit evangelie verkondigd zal worden in de gehele wereld, zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van wat zij gedaan heeft. Toen ging een van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, naar de overpriesters, en hij zeide: Wat wilt gij mij geven? Dan zal ik Hem u overleveren.”
Dertig zilverstukken:
Een sjekel zilver is 13,5 piaster waard, dus de totale som van wat Judas ontving is 4 pond en 5 piaster.
Dertig zilverstukken was de waarde van de slaaf of de prijs die hem verschuldigd was.
” Als het rund een slaaf of slavin stoot, moet de eigenaar aan zijn meester dertig sikkel zilver geven, en het rund moet gestenigd worden.” (Exodus 21:32).
Driehonderd dinars: de dinar is een van de zilveren munten van de Romeinen en de waarde ervan is ongeveer 3,5 piaster (10,5 pond). (Aartsdiaken Abanob Abdo).
Het elfde uur van Woensdag
De lezingen van woensdag sluiten af met:
Het kruis en de gekruisigde Jezus, de Kostbare Hoeksteen waarmee Hij met Zijn kruis het oordeel van Zijn kinderen heeft weggenomen (Jesaja).
Hij verdroeg hun pijn en verdriet (Psalmen).
Hij verkondigde de glorie van Zijn Vader en Zijn glorie door het kruis waarmee Hij Zijn kinderen tot Hem trok (Het Evangelie).
Profetie – Jesaja de Profeet (Jesaja 28:16-29)
Deze profetie spreekt over verlossing door het kruis en dat de gekruisigde Jezus de hoeksteen en de bron van verlossing is.
En hoe mooi is het om te zeggen “en maak van het oordeel een hoop” en wellicht is dat wat St. Paulus bedoelde in zijn brieven.
” Daarom, zo zegt de Heer Heer: Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die gelooft, haast niet. En ik zal het recht tot meetsnoer maken en de gerechtigheid tot paslood; en de hagel zal de leugenschuilplaats wegvagen en het water zal de toevlucht wegspoelen. Dan zal uw verbond met de dood uitgewist worden en uw verdrag met het dodenrijk zal geen stand houden; wanneer de voortstormende gesel doortrekken zal, dan zult gij daardoor vertrapt worden.”
De profetie onthult ook het lot van degenen die verlossing weigeren.
” en de hagel zal de leugenschuilplaats wegvagen en het water zal de toevlucht wegspoelen. Dan zal uw verbond met de dood uitgewist worden en uw verdrag met het dodenrijk zal geen stand houden”.
Psalmen
De Psalm beschrijft de gesteldheid van het Woord, de Vleesgewordene, in de volmaaktheid van Zijn menswording en het grote verdriet dat Hij ervoer toen Hij al onze pijnen en verdriet op Zich droeg.
De Psalm beschrijft de Zoon van God als “uw knecht”, wat ook door St. Mattheus de Evangelist is geschreven:
” Zie, Mijn Knecht, Die Ik uitverkoren heb, Mijn Geliefde, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen en Hij zal aan de heidenen het oordeel verkondigen.”(Mattheus 12:18)
En het is ook wat de kerk bidt in tijden van tegenspoed:
“Want waarlijk tegen Uw Heilige Knecht Jezus, die U gezalfd hebt, zijn zowel Herodes als Pontius Pilatus, met de heidenen en het volk van Israël samengebracht (…) door Uw hand uit te strekken om te genezen, en dat tekenen en wonderen mogen worden gedaan door de naam van Uw Heilige Dienaar Jezus”
Wat ook ongewoon is, is de verwijzing in de Psalm naar de nood van de Heer zelf, wat ook wordt genoemd in het begin van het Evangelie van dit uur: “Nu is mijn ziel ontroerd”
” Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt, genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt. Ja, mijn ziel is zeer door schrik overmand. En U, HEERE, hoelang nog?”
De samenhang tussen de Psalm en het Evangelie (Vader Lucas Cedarus):
Genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt.
Omdat Hij de drager is van onze zieke natuur en de pijn van onze zonden over Hem kwam.
mijn ziel is zeer door schrik overmand
Het gaat niet om angst, ongemak of menselijke angst voor de dood, maar deze uitdrukking die we tegenkomen: ‘Nu is mijn ziel ontroerd’ gaat gepaard met het breken van de doorn des doods en de overwinning op Satan. Toen de apostelen terugkwamen en Hem vertelden wat ze hadden gedaan, zei Hij namelijk “Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen.”
En toen Hij de doorn des doods brak bij het graf van Lazarus, werd Hij ook in de geest bewogen en zei Hij: “Waar hebt u hem gelegd?” Nu in dit uur in het Evangelie zegt Hij: “nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden”. Hierom staat er in de Psalm geschreven: “Mijn ziel is ten zeerste verschrikt”.
Neem uw gezicht niet van uw dienaar weg..
Christus is voortdurend in de boezem van de Vader, de Vader kan Zijn aangezicht niet van Hem wegnemen. En de zielen die in Christus zijn, genieten altijd van het welbehagen van de Vader en horen Zijn stem uit de hemel in de uren van nood.
Wat betreft de zielen die weigeren, de Vader wendt Zijn gezicht van hen af en zij komen in de buitenste duisternis terecht, daarom zei de Here: “wandel zolang u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt (…) Geloof in het licht”. De zielen die het licht weigeren zullen onvermijdelijk ontnomen blijven van het aangezicht van de Vader.
Het Evangelie
Het evangelie verklaart dat het kruis de verkondiging is van de heerlijkheid van de Vader, het einde van de macht van Satan en de aantrekkingskracht voor de kinderen van God tot Goddelijke liefde voor het kruis:
” Vader, verheerlijk uw naam! Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb hem verheerlijkt, en Ik zal hem nogmaals verheerlijken! (…)
Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mij is die stem er geweest, maar om u. Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken. En dit zeide Hij om aan te duiden, welke dood Hij sterven zou.”
Daarom de oproep aan de hele mensheid, om het licht van de Zoon te aanvaarden en het perspectief op verlossing en de genadegaven aan hen niet te verwaarlozen of te onderschatten. En te waarschuwen dat een afwijzing de mens zal leiden naar duisternis en ondergang.
” wandel zolang u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt. En wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heen gaat. Zolang u het licht hebt, geloof in het licht, opdat u kinderen van het licht mag zijn.”
Geïnspireerd door de lezingen op woensdag:
Evangelie van het elfde uur: ‘en als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken.’
Deze vers ging over de verhoging van de Heer op het kruis. Het kan echter ook worden geïnterpreteerd als een leefregel van Gods kinderen op aarde, in het kader van de uitstraling van dienstbaarheid, zorg en leiderschap van de kerk. De vers vertegenwoordigt ons wanneer we boven aardse zaken en wereldse gedachten uitstijgen en mensen om ons heen opmerken, niet alleen in onze woorden, maar vooral in de manier waarop we leven en omgaan met anderen. Op deze manier worden dienstbaarheid en zorg een aantrekkingskracht voor degenen die in dienst staan van de hemel. Zoals het licht van Christus helder in ons schijnt, schijnt het ook helder door ons en trekt het anderen aan zonder woorden of prestaties. Het trekt anderen aan op manieren die ze nooit zullen vergeten; het raakt hen en deze invloed wordt meer in hun hart gegrift dan enige opgenomen preek waar ze ooit naar zullen luisteren. Het vreemde is dat dit effect zelfs verder reikt dan de dood, zoals geschreven in Hebreeën 11:4 ‘En door dit geloof spreekt hij nog, nadat hij gestorven is.’. Zo ook de biografie van St. Antonius, die nog steeds de harten van velen over de hele wereld raakt en ze trekt tot het Christendom (waarvan de meest bekende Sint Augustinus is).