De lezingen van Zaterdag van het Licht
onthullen de overgang [letterlijke vertaling van Pascha, hierna: overgang] van de zielen van de rechtvaardigen van het Oude Testament die samen vanuit het dodenrijk naar het Paradijs met Christus zijn gegaan. Nadat Christus gestorven was op het kruis, daalde hij af naar het dodenrijk om de zielen te redden die op hem wachtten. Daarnaast waren velen heiligen uit de dood opgestaan, zoals de heilige Petrus gezegd heeft (1 Petrus 3:18-19), en zijn zij verschenen aan velen in Jeruzalem.
Zaterdag van de blijdschap is de nacht tussen Goede vrijdag en de zaterdag van de Opstanding. In deze nacht zijn wij getuige van de redding van God; hij daalde af naar het dodenrijk om onze ketenen te verbreken en ons daardoor te bevrijden van de slavernij van de duivel. Deze nacht wordt gekenmerkt met de overgang van de dood naar het leven, van duisternis naar licht, van de macht van de duivel naar de eenheid met Christus, van verdriet naar vreugde en van de erfenis van de zonde, de wereld, de duivel en de lichamelijke begeerten naar genade, leven, adoptie, glorie en geluk.
Voor de lofprijzingen van Zaterdag van het Licht heeft de kerk niet alleen gekozen voor lofprijzingen die de verlossing tot uit uitdrukking brengen, maar ook die de overgang van de dood naar het leven tot uitdrukking brengen. Zoals alle dingen die de pijn en dood veroorzaken, omgezet worden tot dingen die ons vreugde, bevrijding en leven geven.
Al het bovengenoemde zien wij terug in de lezingen van de Hemelse nacht en in de hymnen (verlossing & overgang) =
1. Ik onthoofde hem en nam de schande weg van het volk van Israël = verlossing van de vijand
2. Ziet nu, dat ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht – Tweede Lofzang van Mozes de Profeet (Deut. 32:1:43)
3. Toen bad Hanna en zeide: Mijn hart juicht in de Heer, mijn hoorn is verhoogd in de Heer. Wijd opent zich mijn mond tegen mijn vijanden, want ik verheug mij in uw hulp. – Lofzang van Hanna, Samuel’s moeder (1 Samuel 2:1-10)
4. Nochtans zal ik juichen in de Heer, jubelen in de God van mijn heil. De Heer is mijn kracht… – Lofzang van Habakuk (Habakuk 3:2-19)
5. Toen trok Gij mijn leven uit de groeve omhoog, o Heer, mijn God! (Verlossing van de dood) – Lofzang van Jona de Profeet (Jona 2:1-9)
6. Ik zeide: Ik zal de Heer niet zien, de Heer in het land der levenden; ik zal geen mens meer aanschouwen onder de bewoners der wereld. (Verlossing van de dood) – Lofzang van Hizkia, koning van Juda toen hij van zijn ziekte genezen was (Jesaja 38:10-20)
7. … u zult mij redden volgens uw grote erbarmen… (Verlossing van verderf) – Lofzang van Manassa de Koning
8. Herleven zullen uw doden (ook mijn lijk), opstaan zullen zij. Ontwaakt en jubelt, gij, die woont in het stof! (Verlossing van het graf) – Eerste lofzang van Jesaja de profeet (Jesaja 26:9-20)
9. .. laten wij juichen en ons verblijden over de verlossing die Hij geeft. Want de hand des Heren zal op deze berg rusten… (Profetieën over het tijdstip van de verlossing) – Tweede lofzang van Jesaja de profeet (Jesaja 25:1-12)
10. Te dien dage zal in eht land Juda dit lied gezongen worden: Wij hebben een sterke stad; Hij stelt heil tot muren en voorwal. Opent de poorten, opdat een rechtvaardig volk binnenga, dat zijn trouw bewaart. (Profetieën over het tijdstip van de verlossing) – Derde lofzang van Jesaja de profeet (Jesaja 26:1-9)
11. Breng ons, Heer, tot U weder, dan zullen wij wederkeren. Vernieuw onze dagen gelijk van ouds! (Naar God smeken om verlossing) – Lofzang van Jeremia de profeet (Klaagliederen 5:16-22)
12. Heer, God van Israel, Gij hebt uw volk met sterke hand uit Egypte geleid, onder tekenen en wonderen, met grote macht, met opgestoken arm… (Herinnering van Gods daden met zijn volk en de verlossing van de farao’s) – Lofzang van Baruch de profeet (Baruch 2:11-15)
13. Antwoord mij, Heer, antwoord mij, opdat dit volk wete, dat Gij, Heer, God zijt, en dat Gij hun hart weer terugneigt. (Verlossing van aanbidden afgoderij en het kennen van de echte God) – Lofzang van Elia de profeet (1 Koningen 18:36-39)
14. .. in uw hand en kracht, en Gij hebt het in uw macht een ieder groot en sterk te maken. Thans loven wij U, o onze God, en prijzen wij uw heerlijke naam (vertrouwen in de God van de verlossing) – Lofzang van David de profeet (1 Kronieken 29:10-13