De Vijfde Zondag van de Grote Vasten

Dit is de zondag van de Voorzienigheid van de Vader en de Zoon, voor elke ziel en voor de heilige kerk op aarde, waarin de tijd van de goddelijke genezing wordt geopenbaard, evenals Gods voortdurende werk ter wille van onze redding tot de tijd van Zijn komst en het einde van de wereld. ‘Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook . ‘ Johannes 5:17

Vespers & Metten (Psalmen & Evangeliën)

De psalmen van de Vespers en Metten laten zien dat de mensheid zwak is en dat de Goddelijke Voorzienigheid eeuwigdurend is van generatie op generatie. De Vespers Psalm begint met de smeekbede van de ziel die haar vervreemding begrijpt en dat haar dagen op aarde kort zijn, zoals die welke haar voorgingen: ‘Luister naar mijn gebed, HEERE , neem mijn hulpgeroep ter ore, zwijg niet bij mijn tranen, want ik ben een vreemdeling bij U, een bijwoner, zoals al mijn vaderen. ‘ Psalm 39:13

Daarom waarschuwt de Evangelie Vespers tegen de ongerechtigheid op aarde, en maakt de diepte van Zijn Voorzienigheid duidelijk door Zijn lankmoedigheid voor allen. De Vader is geduldig met allen ter wille van hun goedkeuring en reiniging, en de Zoon zoekt naar ons sterke geloof in Hem. De kerk is zich bewust van deze Voorzienigheid door haar voortdurende gebed zonder vermoeidheid. ‘ Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, ook wanneer Hij lang wacht om hen te hulp te komen ? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. Maar zal de Zoon des mensen, als Hij komt, wel het geloof op de aarde vinden? ‘ Lukas 18:7-8

De Mettenpsalm gaat verder met de waarheid van het permanente goddelijke werk met alle generaties: ‘ HEERE , luister naar mijn gebed, laat mijn hulpgeroep tot U komen. Maar U, HEERE , U blijft voor eeuwig, de gedachtenis aan U van generatie op generatie. ‘ Psalm 102:2,13

Wat het Evangelie van de Metten betreft, het verklaart Zijn economie met de Joodse natie waarin Hij Zijn wijngaard plantte en Zijn wet had gegeven en hen van andere mensen had onderscheiden door Zijn beloften aan hen. Hij wachtte op vruchten van hen, maar zij bleven koppig, wat culmineerde in hun verwerping van Zijn Zoon en Zijn kruisiging. 

Bijgevolg bevestigt God de omvang van de goddelijke welwillendheid, in de volheid van de tijd, door alle naties op te nemen die de vereiste vruchten zullen dragen. ‘Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland. Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn dienaren naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen. En de landbouwers namen zijn dienaren, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde. Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden. Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem . Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen? Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven. Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt. ‘ Mattheüs 21:33-35,38-41,43

Paulinische Brief

De Paulinische Brief laat de economie van de Zoon zien bij Zijn tweede komst en wat er zal gebeuren in de laatste dagen voor Zijn tweede verschijning, met de mensheid die ‘afvalt’ en de verschijning van de antichrist door zijn valse wonderen, die de mensen misleidt die Gods redding met hun eigen wil hebben afgewezen. Tegelijkertijd moedigt Hij de gelovigen aan om standvastig te zijn en vast te houden aan de Bijbelse leringen en de kerktradities: ‘Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet , tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst; hem , wiens komst overeenkomstig de werking van de satan is, met allerlei kracht, tekenen en wonderen van de leugen, en met allerlei misleiding van de ongerechtigheid in hen die verloren gaan, omdat zij de liefde voor de waarheid niet aangenomen hebben om zalig te worden. Maar wij moeten God altijd voor u danken, broeders, die geliefd bent door de Heere, dat God u van het begin verkoren heeft tot zaligheid, in heiliging door de Geest en geloof in de waarheid. Sta dan vast, broeders, en houd u aan de overleveringen waarin u onderwezen bent door ons woord of door onze brief. ‘ 2 Thessalonicenzen 2:3,8-10,13,15

Katholieke brief

Wat de katholieke brief betreft, deze verklaart Zijn goddelijke economie in alle tijden en seizoenen, en Gods lankmoedigheid jegens de mensheid voor hun redding en verlossing van het oordeel. De goddelozen geloven echter dat er geen einde of oordeel is voor mensen, daarom blijven ze koppig en ongevoelig. ‘ Dit moet u allereerst weten, dat er in het laatste der dagen spotters zullen komen, die naar hun eigen begeerten zullen wandelen en zeggen: Waar is de belofte van Zijn komst? Want vanaf de dag dat de vaderen ontslapen zijn, blijven alle dingen zoals vanaf het begin van de schepping. Maar laat vooral dit u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag. De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Maar de dag van de Heere zal komen als een dief in de nacht. Dan zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen brandend vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen verbranden. Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, ‘ 2 Petrus 3:3-4,8-11,15

Praxis

Daarom roept de Praxis alle mensen op om zich te bekeren en terug te keren naar God; niet alleen de Joden, maar ook de heidenen. ‘Daarom, koning Agrippa, ben ik die hemelse verschijning niet ongehoorzaam geweest, maar heb ik eerst aan hen die in Damascus en in Jeruzalem en in heel het land van Judea woonden, en later aan de heidenen verkondigd dat zij tot inkeer moesten komen, zich tot God bekeren en werken doen die in overeenstemming zijn met de bekering. maar door de hulp die ik van God gekregen heb, sta ik tot op deze dag als een getuige tegenover klein en groot, en zeg ik niets anders dan wat de Profeten en Mozes gezegd hebben dat er gebeuren zou, namelijk dat de Christus moest lijden en dat Hij, als Eerste uit de opstanding van de doden, een licht zou aankondigen aan dit volk en de heidenen. ‘ Handelingen 26:19-20,22-23.

De kerk getuigt overeenkomstig deze heilige goddelijke wil van God, door haar predikers, voor de wederkomst en redding van alle mensen. ‘En Paulus zei: Ik zou van God wel wensen dat, én bijna én geheel, niet alleen u maar ook allen die vandaag naar mij luisteren, zouden worden zoals ik ben, uitgezonderd deze boeien. ‘ Handelingen 26:29

Liturgie Psalm & Evangelie

De Liturgie Psalm verkondigt Zijn goddelijke economie in het scheppen van de wereld en in Zijn liefde voor de mens, en wat Gods wil is in het leven van de mensheid: genade, oordeel en gerechtigheid. ‘Hij heeft gerechtigheid en gericht lief, de aarde is vol van de goedertierenheid van de HEERE . ‘ Psalm 33:5

De Psalm verkondigt ook de kracht van Zijn woord dat de aarde en de hemelen ‘maakt’ en niet alleen de verlamde man sinds 38 jaar: ‘ Door het Woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. ‘ Psalm 33:6

Het evangelie van de liturgie eindigt met het wonder van de genezing van de verlamde man, evenals het werk en de Voorzienigheid van de Vader en de Zoon om de mensheid te genezen van de aantasting door de zonde en van al haar gevolgen na een lange periode van vervreemding. De verbondsengel (d.w.z. de Zoon des Mensen) kwam niet om het water opnieuw te roeren, maar om het water van het nieuwe verbond (d.w.z. de doop) te scheppen om altijd te bewegen met de kracht van Zijn Heilige Geest – om zuiver water te zijn, reinigend water voor de tweede geboorte en water van zoonschap. Daarom toont het Evangelie de rol van de kerk in haar voortdurende werk om de beperkten zielen, de blinden, kreupelen en verlamden in de geest, te verlenen met de kracht van de Heilige Geest door hen nieuw leven, redding en genezing te geven.

‘Jezus zag hem liggen en omdat Hij wist dat hij al lange tijd ziek was, zei Hij tegen hem: Wilt u gezond worden? De zieke antwoordde Hem: Heere, ik heb geen mens om mij in het badwater te werpen wanneer het water in beroering gebracht wordt; en terwijl ik kom, daalt een ander vóór mij af. Jezus zei tegen hem: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen. En meteen werd de man gezond, nam zijn ligmat op en ging lopen. En het was sabbat op die dag. ‘ Johannes 5:6-9

De lezing waarschuwt de mensheid ook voor zonde, anders zal de mensheid iets ontvangen dat erger is dan ziekte en pijn, namelijk eeuwige verdoemenis. Als ziekte in de ogen van de mens slecht lijkt, is de eeuwige bestemming in feite belangrijker en zal moeilijker en afschuwelijker zijn voor degenen die Gods genade verachten. ‘Daarna vond Jezus hem in de tempel en zei tegen hem: Zie, u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt. ‘ Johannes 5:14

Tenslotte verklaart de Zoon van God Zijn blijvende voorzienigheid en eenheid met de Vader, ter wille van de genezing van de mensheid: ‘Maar Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook . ‘ Johannes 5:17