Table of Contents
Lezingen
- Vespers: Psalm 13: 1, 3 & Markus 14: 3 – 9
- Metten: Psalm 102: 19 – 21 (HSV) | Psalm 101: 16, 17 (Koptisch vertaling) & Markus 12:41 – 44
Liturgie
- Paulinische brieven: Romeinen 1:1 – 17
- Katholieke brieven: Jakobus 1:1 – 18
- Praxis: Handelingen 1: 1 – 14
- Psalm & Evangelie: Psalm 102:14, 17, 18 (HSV) | Psalm 101:10, 11, 14 (Koptisch vertaling) & Lukas 1: 1 – 25
Introductie
“Zelfs de onvruchtbare heeft er zeven gebaard, maar zij die veel kinderen had, is verkommerd.” (1 Sam. 2:5)
“Grijsheid is een sierlijke kroon, ze wordt gevonden op de weg van de gerechtigheid.” (Spreuken 16: 31)
O Boodschapper Gabriël, groot onder de engelen, en de heilige rangen in den hoge, die het vlammende zwaard draagt. … En aan de priester Zacharias, heeft u verkondigd, de geboorte van de Voorloper, Johannes de Doper.
– Zesde doxologie van Koiahk (voor de heilige Aartsengel Gabriël)
Want het is al de zesde maand, voor haar die genoemd wordt onvruchtbaar, want niets is onmogelijk bij Hem, De beloften van God zijn wonderbaar.
– Communie lofzang voor de derde zondag van Koiahk (“Een duif betrad het huis van Zacharias”)
Het zwijgen van Zacharias is het zwijgen van de profeten van het volk Israël. God spreekt niet meer tot hen. Zijn “Woord, dat van den beginne bij de Vader was en God was” (Joh. 1:1-2), is aan ons overgegaan. Voor ons zwijgt Christus niet en is Hij aanwezig met ons. Doch, tot de dag van vandaag zwijgt Hij voor de Joden.
[Origenes, Commentaar over de eerste hoofdstuk van Lukas – Vader Tadros Yakoub Malati]
Opmerkingen over de lezingen van de dag
De lezingen van de eerste zondag van Koiahk zijn bijna hetzelfde als de lezingen van 26 Tout (herdenking zwangerschap van Elizabet) behalve de Vespers Psalm, de Praxis en de toevoeging van vers 11 aan de Liturgie Psalm.
+ Het Evangelie van Vespers (Markus 14: 3 – 9) is dezelfde als het evangelie van Vespers op 26 Tout (herdenking zwangerschap van Elizabet). De lezing vertelt ons over de vrouw die de narduszalf goot op het hoofd van de Heer. De Heer had haar geprezen om haar grote liefde en haar naam werd geroemd over heel de wereld door de evangelies. Daarom wordt deze lezing gelezen tijdens de herdenking van de zwangerschap van Elizabet op 26 Tout, en op de eerste zondag van Koiahk vanwege de aankondiging van de zwangerschap van Elizabet. Hetzelfde verhaal over de zalving van Jezus door de vrouw met de narduszalf wordt gelezen op 30 Tobe, maar dan in Matt. 26: 6 –13, welke de herdenking is van de martelaarschap van de Heilige maagden, Pistis, Helpis, Agape en Sofia hun moeder, om duidelijk te maken hoe groot de liefde is van de vrouw met de narduszalf voor de Heer. Haar liefde werd geopenbaard in haar grote gave toen ze de narduszalf goot – wat op de grote gave van de martelaren lijkt die hun levens “hebben gegoten” omwille van hun liefde voor de Heer.
+ De Psalm van Metten van de eerste zondag van Koiahk is hetzelde als die van 26 Tout (herdenking zwangerschap van Elizabet). Wat betreft de eerste zondag van Koiahk, maakt de Psalm duidelijk dat God naar de mens omziet door de vleeswording van het Woord: “de HEERE heeft uit de hemel op de aarde neergekeken” (Ps. 102: 20). Wat betreft 26 Tout, laat dezelfde psalm lezing het antwoord van God aan de ellendige zien: “om het gekerm van de gevangenen te horen” (Ps. 102: 21).
+ De Evangelie van Metten van de eerste zondag van Koiahk is hetzelfde als die van 26 Tout en gaat over de arme weduwe die de twee kleine munten wierp in de schatkist. Wat betreft 26 Tout is de lezing bedoeld als een voorbeeld van heiligheid, net zoals de heiligheid van Elizabet. Voor de eerste zondag van Koiahk, vertegenwoordigt de lezing de zielen van het Nieuwe Testament, door wie de zoete smaak van de toewijding van hun leven, het vleesgeworden Woord is verschenen.
+ De Paulinische brief van vandaag (Rom. 1:1 – 17) en de Katholieke brief (Jakobus 1:1 – 18) zijn dezelfde lezingen als op 26 Tout (herdenking zwangerschap van Elizabet). De lezingen op beide dagen toont ons de getuigen en dienaren van de vleeswording van het Woord, dat zijn Zacharias en Elizabet, die gerechtvaardigd zijn door geloof: “de rechtvaardige zal uit het geloof leven” (Rom. 1:17), en ook door het verdragen van beproevingen, zij gezuiverd worden door het geloof: “want als hij beproefd gebleken is, zal hij de kroon van het leven ontvangen” (Jak. 1:12).
+ De Katholieke brief van vandaag is vergelijkbaar met die van 27 Hathor, (Jakobus 1:1 – 12), welke de herdenking van de martelaarschap van St. Jacob de gesnedene is, en ook die van 17 Misra welke de herdenking van de martelaarschap is van St. Jacob de soldaat. De lezing gaat over degenen die verschillende verzoekingen hebben verdragen zoals St. Jacob de gesnedene (27 Hathor) en St. Jacob de soldaat (17 Misra). De lezing verwijst ook naar St. Jakobus, de auteur van de brief maar verwijst voornamelijk naar degenen die de verzoekingen hebben verdragen, zoals St. Elizabeth heeft gedaan (26 Tout). De lezing verwijst ook naar degenen die van bovenaf opnieuw geboren zijn door de vleeswording van het Woord (eerste zondag van Koiahk).
+ De Praxis van vandaag (Hand. 1:1 – 14) wordt herhaald op 22 Paope en op 1 Pashons. Het is de inleiding van het boek Handelingen waarin St. Lukas zijn verhaal begint aan Theofilus en daarom wordt deze gelezen op de herdenking van St Lucas de evangelist (22 Paope). Evenzo, wordt deze lezing gelezen tijdens de herdenking van de geboorte de Moeder Gods (1 Pashons), daar het eind van de lezing ons vertelt over het volhardend eensgezinde gebed van onze vaders de apostelen, samen met de moeder van God, wachtend op de Heilige Geest, de Trooster. Wat betreft de eerste zondag van de maand Koiahk, wordt deze lezing gelezen om Gods heilseconomie voor de verlossing van de mens te tonen en de tijd van God’s verlossing, welke elk menselijk verstand te boven gaat.
+ De liturgie psalm van de dag (Ps. 102:14, 17, 18 in HSV and Ps.101: 10, 11, 14 in de Koptisch vertaling) is vergelijkbaar met die van 26 Tout. Bijzonder is de toevoeging van een extra vers op de psalm lezing van 26 Tout, samen met vers 14 van dezelfde psalm: “Zich gewend heeft tot het gebed van de allerarmsten” om het antwoord van God aan Zacharias en Elizabet te laten zien. Wat betreft vers 14, gaat dit over hoe God naar de mensheid omziet door de vleeswording van het Woord in de volheid der tijden: “want de tijd om haar genadig te zijn, want de vastgestelde tijd is gekomen.”
+ De liturgie evangelie van de dag (Lukas 1:1 – 25) is dezelfde lezing als die van 26 Tout. Wat betreft de eerste zondag van Koiahk, verwijst de lezing naar het goddelijke plan voor de vleeswording van het Woord, door de aankondiging van de geboorte van Johannes die de weg voorbereidt voor de Heer. Op 26 Tout, is de lezing bedoeld om het antwoord van God aan Zacharias en Elizabet te laten zien en Zijn goddelijke beloning voor hun heiligheid, door de komst van St. Johannes de Doper.
Uitleg van de lezingen
De Psalmen
Deze week laat ons de getuigen en dienaars van de vleeswording van het Woord zien. De psalmen toont ons het verlangen van de mensheid naar hun Verlosser (Vespers Psalm), het antwoord van God (Metten Psalm) en zijn komst in de volheid der tijden (Liturgie Psalm).
De Vespers Psalm laat de schreeuw van degenen zien die in nood zijn van verlossing: “Hoelang nog, HEERE? Zult U mij voor altijd vergeten? Hoelang zult U Uw aangezicht nog voor mij verbergen?” (Ps. 13:1) Echter, de Psalm van Metten stelt ons gerust dat God ons ziet en hoort: “de HEERE heeft uit de hemel op de aarde neergekeken, om het gekerm van de gevangenen te horen” (Ps. 102:19, 20). Vervolgens, brengt de psalm van de liturgie ons vreugde door het genade van God en de verschijning van zijn glorie: “want de tijd om haar genadig te zijn, want de vastgestelde tijd is gekomen, wanneer de HEERE Sion heeft opgebouwd, in Zijn heerlijkheid verschenen is” (Ps. 102:13, 16, 17).
De brieven
Wat betreft de brieven, tonen zij (1) de getuigen van het Oude Testament; de profeten, d.m.v. de Paulinische brief, (2) de getuigen van het Nieuwe Testament; onze vaders de apostelen en ook alle gelovigen, d.m.v. de Katholieke brief, (3) de bron van de kracht van hun getuigenis, d.m.v. de Praxis.
De Paulinisch brief wijst naar de eenheid van de twee Testamenten, het Oude en het Nieuwe, en naar het geest van de getuigenis naar het woord, en de eenheid van het woord zoals belijd door de getuigendragers van het Oude Testament, oftewel de profeten, en die van het Nieuwe Testament, oftewel de apostelen. Paulus de apostel laat dit zien door te zeggen: “Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften, ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David.” (Rom. 1:1 – 3)
Daarentegen, laat de Katholieke brief zien dat de getuigen van de vleeswording van het Woord niet alleen de profeten en de apostelen zijn, maar ook de gelovigen overal in de wereld middels hun standvastig geloof die niet wankelt in tijden van beproevingen – de verzoekingen die niet tot hun komen vanwege hun nalatigheid maar door de toestemming van God. Het zijn de gelovigen die door hun nieuw leven en wedergeboorte van het Woord, eerstelingen van Zijn schepselen zijn geworden: “Jakobus, een dienstknecht van God en van de Heere Jezus Christus, aan de twaalf stammen die in de verstrooiing zijn: wees verheugd! … Maar laat die volharding ook volledig mogen doorwerken, opdat u volmaakt bent en geheel oprecht, en in niets tekortschiet. … Overeenkomstig Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord van de waarheid, opdat wij in zeker opzicht eerstelingen van Zijn schepselen zouden zijn.” (Jak. 1: 1, 4, 18)
Aansluitend onthult de Praxis de bron van de getuigen van het Nieuwe Testament en de geheimenis van de kracht van de getuigenis van onze vaders de apostelen: “maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde” (Hand. 1:8)
De Evangelies
De evangelies vertonen de getuigen die goddelijke liefde geven (Evangelie Vespers), de getuigen die goddelijke gaven schenken (Evangelie Metten) en de getuigen van het geloof en heiligheid, ondanks de schaamte (Evangelie Liturgie).
Het evangelie van Vespers introduceert één van de getuigen van het Woord: de vrouw die grote liefde voor de Heer had en die de zalf heeft gegoten op Hem. Zij is een symbool voor elke ziel die verlangt om te getuigen voor Hem aangezien zij het meest kostbare heeft opgeofferd, namelijk de ‘fles’ van haar leven en de complete toewijding van haar hart aan de Heer. Dit is de kwestie van de prediking van het evangelie: het gieten van de zalf, wat gelijk is aan de goddelijke liefde voor de mensheid, zal het hele huis vullen, en dat is de kerk. Hier zien wij dat de Heer de vrouw de genade van de verkondiging van haar liefde over de hele wereld heeft gegeven. Evenzo, heeft de Heer St. Paulus de genade gegeven om alle volken te laten gehoorzaam in het geloof zoals de lezingen van deze dag laten zien.
Het evangelie van Metten illustreert nog een van de getuigen die goddelijk liefde had, de arme weduwe. Het evangelie maakt duidelijk dat God niet naar drie honderd dinar of twee kleine munten kijkt, maar naar de harten kijkt die naar de goddelijke liefde verlangen en die niet aarzelen om Hem alles te geven wat van hun hoort en heel hun levensonderhoud (vers 44). Het is opmerkelijk dat in het evangelie van Vespers, sommigen bezwaar maakten tegen het gieten van de kostbare zalf met als smoes dat het gebruikt kon worden voor de behoefte van de armen, terwijl de arme weduwe zelf in het evangelie van Metten, laat zien door het geven dat zij de gunst van de medemens niet nodig heeft om meer te krijgen dan wat zij al heeft, namelijk de twee kleine munten. Echter in volle vreugde, geeft zij alles wat zij heeft zodat zij haar innerlijke rijkdom kan vertonen wat veel meer is dan degenen die zichzelf beschouwen alsof zij een grote gunst doen wanneer zij materiële gaven schenken, terwijl er geen rijkdom van innerlijke liefde is.
Het evangelie van de liturgie presenteert aan ons, de mooiste en grootste voorbeelden van de getuigen van het Woord door het Oude Testament, Zacharias en Elizabet, die “wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere” (Lukas 1: 6). Ondanks hun heiligheid, heeft dit niet de ‘onvruchtbaarheid’ van de mensheid in het Oude Testament afgewend, waardoor de mens niet verlost kon worden of zelfs geen kennis kon nemen van de verlossing. Hun heiligheid heeft de schaamte waarmee de mensheid leefde vanwege deze ‘onvruchtbaarheid’ ook niet verminderd, zoals gesymboliseerd is door de schaamte van Elizabet. Desalniettemin, heeft de engel aan haar verkondigd dat hun getuigenis van het Woord is ontvangen en dat zij voorbereid zouden worden als dienaren in Gods heilseconomie, door de geboorte van Johannes de Doper.
Wat betreft de aartsengel, hoe belangrijker wordt en meer gezag heeft zijn waardevolle aankondiging, wanneer hij voor God staat: “Hoe bijzonder is de eer en trots van Gabriel wanneer hij in de aanwezigheid van God staat. Sterker nog, hoe bijzonder is het als dit de trots is van elke mens.” (De schatten van uitleg – Diaken Besharah Boles, p. 18)
Samenvatting van de lezingen
De getuigen van de vleeswording is de mens de weeklacht (Psalmen Vespers, Meten, Liturgie). De getuigen zijn de profeten van het Oude Testament en de apostelen van het Nieuwe Testament (Paulinisch brief en Evangelie van de Liturgie) en ook de zielen die van God houden (Evangelies van Vespers en Metten). Ook zijn de getuigen de gelovigen die overal en in alle tijden zijn (Katholieke brief). In hun binnenste, is de geheimenis en kracht van hun getuigenis die komt van de volheid van de Geest (Praxis).
Meningen van de kerkvaders (kort) over het Evangelie van de Liturgie
1:2 Ooggetuigen en dienaren
Ooggetuigen en dienaren van het vleesgeworden Woord
AMBROSIUS: De bediening van het woord is groter dan het horen ervan. Niet het gesproken woord, maar het essentiële Woord – het Woord dat vlees is geworden en onder ons heeft gewoond (Joh. 1:14). Begrijp het dus niet als het gewone woord, maar als het hemelse Woord dat de apostelen dienden. Want in Exodus leest men dat het volk de stem van de Heer zag (Ex. 20:18) maar in werkelijkheid wordt een stem niet gezien maar gehoord. Want wat is een stem anders dan een geluid dat niet met de ogen wordt waargenomen, maar met het oor wordt onderscheiden? Waarlijk, met de hoogste begaafdheid wilde Mozes verkondigen dat de stem van God gezien wordt, want de stem van God wordt gezien met de aanblik van de innerlijke geest. In het Evangelie wordt niet een stem gezien, maar het Woord welk voortreffelijker is dan een stem.
Daarom ziet u dat het Woord van God door de apostelen werd gezien en gehoord. Zij zagen de Heer niet alleen naar het lichaam maar ook volgens het Woord. Want samen met Mozes en Elia, zagen zij de heerlijkheid van het Woord. (Matt. 17:3) Zij die hem in zijn glorie zagen, zagen Jezus. Anderen die alleen het lichaam konden zien, hebben hem niet gezien want Jezus wordt niet gezien met de ogen van het lichaam, maar met de ogen van de geest. EXPOSITION OF THE GOSPEL OF LUKE 1.5.
Tradities van de vleeswording en boetedoening/verlossing
CYRILLUS VAN ALEXANDRIË: Zij “die van het begin af ooggetuigen en dienaren van het Woord zijn geweest” hebben niet aan ons overgeleverd dat hij zomaar een zoon was of een andere persoon, zoals ik zei, maar één en dezelfde, God en mens tegelijk, de eniggeboren en eerstgeborene. Dit kwam tot stand zodat hij zijn eerste titel als God zou hebben en de tweede titel als mens, wanneer hij “geboren zou zijn onder vele broeders” (Rom. 8:29) opdat hij ons gelijkenis zou aannemen. Hij heeft niet tot zichzelf een andere man verenigd – zoals sommige mensen denken – maar hij is waarlijk en werkelijk zelf mens geworden en heeft geen afstand genomen van wat hij was, God in natuur en ondoordringbaar. Om deze reden, heeft hij vrijwillig geleden in zijn eigen vlees. Hij heeft niet het lichaam van iemand anders aan ons gegeven. Echter, de eniggeboren Woord van God zelf, heeft zichzelf geofferd, nadat hij mens is geworden, als een onbevlekte slachtoffer voor God de Vader. LETTER 67.4
1:3-4 Het doel van de evangelie van Lukas
De waarde van de voorschrift van Lukas
ORIGENES: “Heeft het ook mij goedgedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben.” (Lk 1:3) Hij maakt zijn punt en herhaalt het. Wat hij (Lukas) zou schrijven, heeft hij niet van van geruchten meegekregen. Hij heeft het zelf vanaf het begin begrepen. Daarom prijst de apostel Paulus hem terecht wanneer hij zegt hij “die in alle gemeenten lof ontvangt om zijn dienst in het Evangelie” (2 Kor. 8:18). De Schrift zegt dit over niemand anders. Het gebruikt deze uitdrukking alleen voor Lukas. “Heeft het ook mij goedgedacht, na alles van voren af aan nauwkeurig onderzocht te hebben, het geordend voor u te beschrijven, hooggeachte Theofilus.” (Lk 1:3) Iemand zou kunnen denken dat Lukas het evangelie richtte tot een specifieke man genaamd Theofilus. Maar als u tot de mensen hoort waar God van kan houden dan bent u allen, die ons hoort spreken, Theophilusen, en is het Evangelie tot u gericht. Een ieder die een Theophilus is, is zowel ‘uitstekend’ als ‘zeer sterk’. Dit is wat het Griekse woord ϑεοϕιλος [Theophilos] eigenlijk betekent. Er is geen Theophilus die zwak is. De Schrift zegt over het volk Israël, toen zij uit Egypte waren vertrokken: “Er was geen zwakkeling in hun stammen.” (Ps. 105:37) Ik durf te stellen dat iedereen die een Theophilus is, krachtig is. Hij heeft kracht en sterkte van zowel God als van zijn Woord. Hij kan de ‘waarheid’ herkennen van die ‘woorden waarin hij onderwezen is’ (Lk. 1:4) en het Woord van het evangelie in Christus begrijpen – aan wie glorie en macht toekomt, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen. HOMILIES ON THE GOSPEL OF LUKE 2.4.
De zuivere en onbesmette geboorte van Jezus
CYRILLUS VAN ALEXANDRIË: Laten we deze dingen in gedachten houden, broeders, en ze gebruiken als wapens van verdediging. Laten we de ketters niet tolereren die leren dat de komst van Christus slechts een schijn was. Laten we ook degenen mijden die zeggen dat de geboorte van de Verlosser uit man en vrouw kwam, en daarmee durven te beweren dat hij uit Jozef en Maria verwekt was, omdat er geschreven staat “hij nam zijn vrouw.” (Mt. 1:24) Laten we ons Jakob herinneren, die, voordat hij Rachel ontving, tegen Laban zei: “Geef mij mijn vrouw.” (Gen. 29:21) Net zoals Rachel de vrouw van Jakob werd genoemd vóór het huwelijk, werd Maria als gevolg van haar ondertrouw (verloving) ook de vrouw van Jozef genoemd. Let op de nauwkeurigheid van het Evangelie als het zegt: “In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was” (Lk 1:26,27). Verder, toen de inschrijving plaatsvond en Jozef naar boven ging om zich te laten inschrijven, wat zegt de Schrift? “Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit … om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.” (Lk. 2:4,5) Hoewel ze zwanger was, staat er niet ‘met zijn vrouw’, maar ‘met zijn ondertrouwde vrouw’. “God zond zijn Zoon uit”, zegt Paulus, niet geboren uit een man en een vrouw, maar alleen “geboren uit een vrouw” (Gal. 4:4), dat wil zeggen, geboren uit een maagd. We hebben al laten zien dat een maagd ook een vrouw wordt genoemd. Want Hij die maagden maakt van zielen, is uit een maagd geboren. CATECHETICAL LECTURES 12.31
1:5-7 Tijd, personen en plaats
De priesterlijk achtergrond van Johannes
AMBROSIUS: De Heilige Schrift vertelt ons dat over de personages die prijzenswaardig zijn, maar ook dat hun ouders moeten worden geprezen, zodat de overgedragen erfenis van onberispelijke zuiverheid als het ware van degenen die we willen prijzen, kan worden verheven. Welke andere bedoeling schuilt er in deze passage van de heilige Evangelist, behalve dat Johannes de Doper hooggeroemd zou zijn om zijn ouders, zijn wonderen, zijn plicht en zijn hartstocht? Zo wordt Hanna, de moeder van St. Samuël, geprezen (1 Sam. 1:2). Zo ontving Isaak van zijn ouders de nobelheid van zijn godzaligheid, die hij doorgaf aan zijn nakomelingen. Daarom is de priester Zacharias niet alleen een priester, maar ook van het geslacht van Abia, dat wil zeggen een edelman onder de voorouders van zijn vrouw. “En zijn vrouw”, staat er, “behoorde tot de dochters van Aäron.” (Lk. 1:5) De edelheid van St. Johannes werd dus niet alleen door zijn ouders doorgegeven, maar ook door zijn voorouders – niet verheven door wereldse macht, maar eerbiedwaardig door de religieuze opvolging. Want de voorloper van Christus zou zulke voorouders moeten hebben, opdat hij een geloof in de komst van zijn Heer zou prediken dat niet plotseling is bedacht, maar van zijn voorouders is ontvangen en aan ons is geschonken door de wet van de natuur. EXPOSITION OF THE GOSPEL OF LUKE 1.15-16..
1:8-17 Gabriël verschijnt aan Zacharias in de tempel
Gabriël verdrijft angst
ATHANASIUS: Telkens wanneer de ziel angstig is, dan is het de vijand die aanwezig is. De boze geesten verdrijven de angst voor hun aanwezigheid niet, zoals de grote aartsengel Gabriël dat deed voor Maria en Zacharias. LIFE OF ST. ANTHONY 37.
En u zult hem Johannes noemen
BEDE: Telkens wanneer in de Schrift een naam wordt opgelegd of gewijzigd … door God, wijst het naar grote lof en deugd. Het was goed dat de voorloper van onze Verlosser de naam Johannes kreeg. De naam Johannes betekent ‘de genade van de Heer’ of ‘in wie genade is’. Hij ontving een bijzondere genade die verder ging dan andere heiligen, namelijk dat hij de voorloper van Christus is. Hij kwam om een eerder ongehoorde genade aan de wereld te verkondigen, die van de toegang tot de hemel. Daarom verkondigde hij genade, die zelf vol van genade was en die het goede nieuws van Gods genade aan de rest van de mensheid bracht, zelfs door de betekenis van zijn eigen naam. Er werd terecht voorspeld dat er voor veel mensen reden tot opgetogenheid zou zijn bij zijn geboorte, aangezien de Auteur van hun wedergeboorte door hem aan de wereld werd geopenbaard. HOMILIES ON THE GOSPELS 2.19.
De gelijkenis tussen Johannes en Elia
BEDE: Zowel Elia als Johannes leefden celibatair. Beiden droegen ruwe kleding. Beiden brachten hun leven door in de wildernis. Beiden waren herauten van de waarheid. Beiden ondergingen vervolging ter wille van de gerechtigheid, door de handen van een koning en koningin – de eerste door Achab en Izebel (1 Koningen 19:1-3), de tweede door Herodes en Herodias (Mt. 14:3). Eerstgenoemde werd in een vurige wagen naar de hemel gedragen opdat hij niet door de goddelozen zou worden gedood (2 Koningen 2:11). Laatstgenoemde zocht het hemelse koninkrijk door zijn martelaarschap, dat in een geestelijke strijd werd volbracht, opdat hij niet door de goddelozen overwonnen zou worden. HOMILIES ON THE GOSPELS 2.23.
1:21-23 De mensen realiseren dat Zacharias een visioen heeft gezien
Het zwijgen van Zacharias is een teken
ORIGENES: Wanneer Zacharias de priester wierook offert in de tempel, wordt hij tot stilte veroordeeld en kan hij niet spreken. Of eigenlijk spreekt hij alleen met gebaren. Hij kan niet spreken tot aan de geboorte van zijn zoon Johannes. Wat betekent dit? Het zwijgen van Zacharias is het zwijgen van de profeten van het volk Israël. God spreekt niet meer tot hen. Zijn “Woord, dat van den beginne bij de Vader was en God was” (Joh. 1:1-2), is aan ons overgegaan. Voor ons zwijgt Christus niet. …
Christus hield op in hen te zijn. Het Woord verliet hen. Wat Jesaja schreef ging in vervulling: “De dochter van Sion zal verlaten worden als een tent in de wijngaard of als een hut in het komkommerveld. Ze is verlaten als een geplunderde stad.” (Jes. 1:8) De Joden bleven achter en de verlossing ging over op de heidenen. HOMILY ON THE GOSPEL OF LUKE 5.1,4.
1:24-25 Elizabet verheugt zich door haar nieuwe toestand
De bescheidenheid van Elizabet
AMBROSIUS: Elizabet, die ongetwijfeld zonen verlangde, verborg zich vijf maanden lang. Wat was de reden voor deze verhulling, anders dan bescheidenheid? Want er is een voorgeschreven leeftijd voor elke bedoening, en wat op het ene moment gepast is, is op een ander moment ongepast, en een verandering van leeftijd verandert vaak de aard van elke handeling … Zij, die zich ooit verstopte omdat ze een zoon had gekregen, begon zichzelf te dragen met vertrouwen omdat ze een profeet baarde; zij die voorheen bloosde, werd gezegend, zij die voorheen twijfelde, werd gesterkt. “Want zie,” zei ze, “toen het geluid van je groet in mijn oren klonk, sprong het kindje van vreugde op in mijn buik.” (Lk. 1:44) Daarom riep zij met luide stem toen zij de komst van de Heer waarnam, omdat zij in de goddelijke geboorte geloofde. Er was geen reden tot schaamte toen zij de geboorte van de profeet accepteerde als een gegeven, in plaats van als een verlangde nakomeling. EXPOSITION OF THE GOSPEL OF LUKE 1.43, 46.
Bron
Oden, T.C. & Elowsky, J.C. (2003). Luke (The Ancient Christian Commentary on Scripture, New Testament part III). Illinois (U.S.A): InterVarsity Press. Pagina’s 3-4, 5, 7, 8, 9, 10-11.