Table of Contents

Lezingen

  • Vespers:  Psalm 47:1, 2  & Lukas 4:40 – 44
  • Metten: Psalm 93:1, 2 & Lukas 4:31 – 37

Liturgie

  • Paulinische brief: Romeinen 15:4 – 19
  • Katholieke brief: 1 Johannes 3:1 – 11
  • Praxis: Handelingen 14:24 – 15:3
  • Psalm & Gospel: Psalm 98:2, 3 & Mattheüs 2:13 – 23

Introductie

‘De last over Egypte. Zie, de HEERE rijdt op een snelle wolk en komt in Egypte. De afgoden van Egypte zullen beven voor Zijn aangezicht en het hart van de Egyptenaren zal smelten in hun binnenste. Want de HEERE van de legermachten zal hen zegenen met de woorden: Gezegend zij Mijn volk Egypte..’ (Jesaja 19:1,25).

‘’en het volk dat U niet kende, zal naar U toe snellen..’’ (Jesaja 55:5).

[God die verheerlijkt wordt, in de raad van de heiligen, die op de cherubijnen zit, werd gezien in het land van Egypte…
De Oude van Dagen, die de engelen prijzen, is vandaag in Egypte gekomen om ons, Zijn volk, te redden.] (Doxologie voor de Intrede van de Heer Christus in het Land van Egypte).

[Kom naar de woestijn van Egypte; opdat u mag zien dat het beter is dan alle paradijzen. Daarin waren tienduizenden van de legers van engelen naar het beeld van Mensen; volkeren van martelaren; groepen maagden… De tirannie van Satan werd vernietigd; en het koninkrijk van Christus met zijn helderheid werd gemanifesteerd.] (Sint Johannes Chrysostomus – Commentaar op Mattheüs-Tweede Hoofdstuk – Priester Tadros Ya’qoob Malati).

Opmerkingen over de lezingen van de dag

De liturgie-evangelielezing van de dag (Matt.2:13 – 23) is zelf die van de liturgie van Tobe 3 (Martelaarschap van de kinderen van Bethlehem) – ook van de liturgie van Pashons 24 (Herdenking van de komst van de Heer in het land van Egypte). Deze lezing vertelt over het doden van de kinderen van Bethlehem (onderwerp van de lezing van de dag) – en over de vlucht van de Heilige Familie naar het land van Egypte (eerste zondag van Tobe – de heidenen die het geloof ontvangen – de vlucht van de Heilige Familie naar Egypte op de 24e van Pashons).

Uitleg van de lezingen

De lezingen van deze dag richten zich op het ontvangen van het geloof door de heidenen, en op Hem die in Bethlehem werd geboren, omdat Hij de hoop van de mensheid is.

 

Psalmen

Dus om te beginnen roept de Vesperpsalm alle naties op – waar ze ook zijn, en alle mensen, ongeacht hun ras – tot vreugde en blijdschap voor de verschijning van de Koning van de hele aarde:

“Oh, klap in je handen, al jullie volken! Juich tot God met de stem van triomf… Hij is een groot Koning over de hele aarde.”

Dan komt de Ochtendpsalm om uit te leggen wat de kenmerken van deze Koning zijn: dat Hij een angstaanjagende Koning is, eeuwigdurend en machtig in kracht:

“De Heer regeert, Hij is bekleed met majesteit; De Heer is bekleed, Hij heeft Zich omgord met kracht… Jullie zijn van eeuwigheid.”

Daarom onthult de Liturgiepsalm duidelijk de boodschap van de in Bethlehem geborenen aan de wereld van afgoderij in die tijd:

“De Heer heeft Zijn heil bekendgemaakt; Zijn gerechtigheid heeft Hij geopenbaard voor de ogen van de volken.”

 

Vesper- en ochtendevangeliën

Nu onthult het vesperevangelie de ondergang van het koninkrijk van Satan en het begin van het einde van zijn macht en gezag over de mens:

“En ook uit velen gingen demonen uit”.

Het toont ook de verbreding van de prediking van het koninkrijk, zodat het iedereen omvat:

“Maar Hij zei tegen hen: ‘Ik moet het koninkrijk van God ook aan de andere steden verkondigen…’”

Vervolgens toont het ochtendevangelie de vrees en het beven van de duivel voor zijn gezag:

“’Laat ons met rust! Wat hebben wij met U te maken, Jezus van Nazareth? Bent U gekomen om ons te vernietigen?…’ Maar Jezus bestrafte hem en zei: ‘Wees stil en ga uit hem!’ En toen de demon hem in hun midden had geworpen, ging hij uit hem en deed hem geen kwaad… ‘Wat een woord is dit! Want met gezag en kracht gebiedt Hij de onreine geesten, en zij gaan uit.’”

 

Liturgie Lezingen

Door zijn brief onthult en verduidelijkt Sint Paulus de weg van zijn bediening aan de heidenen, en dat hem genade werd gegeven door God om dat doel te bereiken; voor de heidenen om het geloof te ontvangen:
“Vanwege de genade die mij door God is gegeven, dat ik een dienaar van Jezus Christus zou kunnen zijn voor de heidenen… dat het offer van de heidenen aanvaardbaar zou zijn, geheiligd door de Heilige Geest… in woord en daad, om de heidenen gehoorzaam te maken”.

Hij verzekert ook dat de aanvaarding van de heidenen was getuigd door de Profeten:

En opnieuw zegt Jesaja: ‘Er zal een wortel van Jesse zijn; En Hij die zal opstaan ​​om te regeren over de heidenen, op Hem zullen de heidenen hopen.’”
Merk op dat het woord “heidenen” zes keer wordt herhaald, en dezelfde betekenis van heidendom wordt drie keer herhaald.

Maar de Ktholieke brief laat zien en illustreert dat een van de doelen van de goddelijke manifestatie is om de werken van de duivel te vernietigen:

“Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, om de werken van de duivel te vernietigen.”
Ook onthult het de continuïteit van Zijn goddelijke manifestatie onder mensen door ons zelf; door de levenswijze van elke christen:
“Hierin worden de kinderen van God en de kinderen van de duivel geopenbaard.”

Dan, via Praxis, doen Sint Barnabas en Sint Paulus beiden verslag van de open deur voor de heidenen om het geloof te ontvangen; degenen die dat werkelijk deden; op dezelfde manier kondigde het de vreugde van de hele kerk aan voor hun bekering:

“Nu, toen zij – Barnabas en Paulus – gekomen waren en de kerk bijeen hadden gebracht, berichtten zij alles wat God met hen had gedaan, en dat Hij de deur van het geloof voor de heidenen had geopend… zij trokken door Fenicië en Samaria, en beschreven de bekering van de heidenen; en zij veroorzaakten grote vreugde aan alle broeders.”

 

Het Liturgie Evangelie

Tenslotte eindigt het Liturgie Evangelie met het verhaal van de vlucht van de Heilige Familie naar Egypte volgens de goddelijke beschikking: zodat Egypte de eersteling van de heidenen kon zijn; dat het gevuld kon worden met de rijkdommen van de aanwezigheid van de Zoon van God erin; dat het getuigenis van de Profeten vervuld kon worden: “‘Gezegend is Egypte, Mijn volk’”
“’Sta op, neem het jonge Kind en Zijn moeder, vlucht naar Egypte… opdat vervuld zou worden wat door de Heer gesproken werd door de profeet, zeggende: ‘Uit Egypte heb Ik Mijn Zoon geroepen’.”

Samenvatting van de lezingen

De komst van het Geïncarneerde Woord en Zijn goddelijke manifestatie bedekten alle naties; in Hem verheugden alle volken zich en zongen van vreugde vanwege Zijn redding (Vesper, Ochtend en Liturgie Psalmen).

Door Zijn komst hield de autoriteit van de duivel over het volk op (Vesper en Ochtend Evangeliën – Katholieke brief).
Deze goede boodschap werd aan de eerste kerk geopenbaard door de bediening van haar heiligen Barnabas en Paulus (Paulinische brief – Praxis).

Het is Egypte dat de eerstgeborene was van de heidenen waardoor de Zoon van God de glorie van Zijn Goddelijke verschijning heeft geopenbaard (Liturgie Evangelie).