De Tweede Zondag van de Gezegende Maand Tobe

Toen het vleesgeworden Woord Zijn Goddelijke manifestatie had getoond aan alle volkeren en naties door de lezingen van de eerste zondag, begonnen die naties deze unieke Verlosser te herkennen door de lezingen van de tweede zondag. Ze begonnen Hem te zoeken en kwamen vanuit alle landen en verre oorden, opdat zij verrijkt mochten worden met Zijn verlossing en gerechtvaardigd worden door het geloof in Hem. Dus, als de eerste zondag bedoeld is om de acceptatie van de heidenen aan te kondigen, openbaart deze tweede zondag hun rechtvaardiging in de persoon van de Zoon van God, wat ook de lofprijzing van de kerk is gedurende de maand Tobe en op het feest van de Theofanie: “Jezus Christus, de Zoon van God…”

Psalmen

De Psalm van Vespres openbaart de Goddelijke verlossing voor elk mens:

“alle einden der aarde hebben gezien het heil van onze God..” (Ps. 98:3)

Dan laat de Psalm van Metten zien hoe verheugd en vreugdevol de mensheid is met het ontvangen van deze Verlosser:

“De HEERE regeert, laat de aarde zich verheugen en vele kustlanden zich verblijden.” (Ps. 97:1)

Dus komt iedereen naar Hem toe, zoals uitgedrukt in de Psalm van de Liturgie:

“tot U zal alle vlees komen.” (Ps. 65:3)

Zo aanschouwen zij Zijn verlossing door Vespres, verheugen zij zich in Hem tijdens Metten, en komen ze tot Hem in de Liturgie.

Evangelieën van Vespres en Metten

Het Evangelie van de Vespers openbaart het ware vleesgeworden Woord en het belang en de kostbaarheid van Zijn heilig lichaam:

“… en zij smeekten Hem alleen maar de zoom van Zijn bovenkleed te mogen aanraken. En allen die Hem aanraakten, werden gezond.” (Matt. 14:36)

Het Evangelie van Metten laat zien dat alle mensen vanuit overal naar Hem toe kwamen, en dat het geschenk van Zijn verlossing aan hen werd gegeven:

“en Hem volgde een grote menigte uit Galilea en uit Judea, en uit Jeruzalem en uit Idumea en van over de Jordaan; ook een grote menigte uit de omgeving van Tyrus en Sidon… zodat allen die aandoeningen hadden, op Hem aandrongen om Hem te kunnen aanraken. En telkens wanneer de onreine geesten Hem zagen, vielen zij voor Hem neer en riepen: U bent de Zoon van God!” (Markus 3:7, 8, 10, 11)

De Liturgielezingen

De Paulinische brief openbaart nu de rechtvaardiging van de heidenen door het geloof in Christus, als deur naar de verlossing; waardoor het dus onnodig voor hen is om zich eerst tot het Judaïsme te bekeren:

“Zie, ik, Paulus, zeg u dat, als u zich laat besnijden, Christus u van geen nut zal zijn… In Christus Jezus heeft namelijk niet het besneden zijn enige kracht, en ook niet het onbesneden zijn, maar het geloof, dat door de liefde werkzaam is.” (Gal. 5:2, 6)

Op dezelfde manier benadrukt de Katholieke brief het belang van het werkende geloof in de Zoon van God:

“En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon, Jezus Christus, en dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij ons een gebod gegeven heeft.” (1 Joh. 3:23)

Daarom verkondigt de Praxis 

Daarom verkondigt de Praxis de resolutie van het concilie van Jeruzalem van onze vaderen de apostelen, namelijk het accepteren en rechtvaardigen van de heidenen, zonder enige verplichting aan de wet of het Judaïsme:

“De apostelen, de ouderlingen en de broeders groeten de broeders uit de heidenen. Wij hebben gehoord dat sommigen die bij ons vandaan zijn gekomen, u met woorden in verwarring hebben gebracht en uw zielen hebben verontrust… Wij hadden hun daar geen opdracht toe gegeven. Daarom heeft het ons, nadat wij het eens geworden waren, goedgedacht enige mannen te kiezen en naar u toe te sturen met onze geliefden, Barnabas en Paulus… Want het heeft de Heilige Geest en ons goedgedacht u verder geen last op te leggen…” (Hand. 15:23 – 25, 28)

Evangelie van de Liturgie

Dan komt het Evangelie van de Liturgie, dat de grootsheid toont van het licht van de Zoon van God, tot wie alle volken komen, zelfs degenen die buiten het geloof staan – de mensen van deze generatie. Dus als in vroegere tijden de koningin van Sheba naar Salomo was gekomen om zijn wijsheid te horen, en als Ninevé de prediking van Jona had aangenomen; hoeveel te meer zouden die vreemde volken Hem moeten aannemen die veel groter is dan Jona en Salomo: 

“De koningin van het Zuiden zal in het oordeel samen met de mannen van dit geslacht opstaan en hen veroordelen, want zij is gekomen van de einden van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen en zie, meer dan Salomo is hier! De mannen van Ninevé zullen in het oordeel samen met dit geslacht opstaan en het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona, en zie, meer dan Jona is hier!” (Luk. 11:31 – 32)